Het geluid dat bultruggen maken, verraadt waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Sterker nog: als walvissen reizen, veranderen hun liederen doordat ze nieuwe melodieën oppikken van walvissen uit andere regio’s.
‘Je kunt het nog het beste vergelijken met modetrends en popliedjes’, zegt Ellen Garland van de Universiteit van St. Andrews in het Verenigd Koninkrijk. Reizende walvissen delen onderweg hun melodieën als een soort culturele uitwisseling. Het uiteindelijk gezang kan dus aanwijzingen geven over de reis die een walvis heeft afgelegd en waar die reis begon. ‘We kunnen de populatie waar een walvis waarschijnlijk uit afkomstig achterhalen op basis van wat het dier zingt’, stelt de bioloog.
Garland en haar team namen de liederen van bultruggen op die in oktober en november 2015 langs de Kermadeceilanden zwommen, zo’n 900 kilometer ten noordoosten van Nieuw-Zeeland. Daarnaast legden ze walvisliederen vast op plekken waar walvissen bij elkaar komen om te eten en te paren, in het zuiden en zuidwesten van de Stille Oceaan, en aan de oost- en westkant van Australië.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
Drie liederen
Het team deelde de walvisliederen op in kleine onderdelen, vergelijkbaar met muzieknoten. Walvissen gebruiken die onderdelen om frases op te bouwen; een aantal herhaalde frases vormen vervolgens een thema. Tot slot vormt een aantal thema’s in een vaste volgorde een lied.
Uit de geluiden van 52 walvissen wisten de onderzoekers drie soorten liederen af te leiden. Liederen van type 1 komen het meest voor in het zuiden van de Stille Oceaan, inclusief de Cookeilanden en Frans-Polynesië. Liederen van type 2 overheersen in het westen, waar onder meer Nieuw-Caledonië, Tonga en Niue te vinden zijn. En liederen van type 3 namen de onderzoekers alleen op in de wateren bij de oostkust van Australië.
De onderzoekers vergeleken deze lokale liederen vervolgens met die van de walvissen in de buurt van de Kermadeceilanden, een tussenhalte voor migrerende walvissen. Daar bleken twee varianten op liederen van type 1 voor te komen, die de onderzoekers type 1a en type 1b doopten. Liederen kunnen veranderen wanneer walvissen ze doorgeven, omdat de dieren bijvoorbeeld een paar noten of een riedeltje toevoegen.
Op basis van de overeenkomsten tussen de opnames kon het team vaststellen waar de walvissen bij de Kermadeceilanden oorspronkelijk vandaan kwamen. Die conclusies konden ze vervolgens bevestigen door te kijken naar foto’s en genetische eigenschappen van de walvissen.
Geen van de opnames van de Kermadeceilanden kwamen overeen met de liederen uit West-Australië. Maar heel weinig leken op die uit Frans-Polynesië en Oost-Australië. De meesten waren afkomstig uit Nieuw-Caledonië, Tonga en Niue.
Volgens Garland zijn er waarschijnlijk andere plekken, zoals de Kermadeceilanden, waar walvissen uit verschillende regio’s samenkomen en hun liederen uitwisselen. Dat kan gebeuren op migratieroutes, of in gebieden waar ze hun voedsel verzamelen.
Het onderzoek is gepubliceerd in het wetenschappelijke tijdschrift Royal Society Open Science.