Een vreemde worm die 518 miljoen jaar geleden leefde, is het oudst bekende dier waarvan we weten dat het met de generaties lichaamsdelen verloor die hij niet meer nodig had. Net zoals moderne organismen die in donkere grotten wonen hun zicht grotendeels achter zich hebben gelaten, evolueerde het oude beestje zijn achterpoten weg.
‘Het is het vroegste voorbeeld in het fossielenbestand van een organisme dat lichaamsdelen verliest die het niet langer nodig heeft’, zegt biowetenschapper Richard Howard van de Universiteit van Exeter in het Verenigd Koninkrijk.
Facivermis yunnanicus was een wormachtig diertje uit het Cambrium, de periode waarin in de zeeën de eerste complexe dieren evolueerden. Het beestje was minder dan 10 centimeter lang en had vijf paar stekelige poten op de voorste helft van zijn lichaam. Zijn achterste uiteinde was een beetje bol.
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
Mysterieuze worm
Voorheen vonden biologen het moeilijk te bepalen wat voor soort dier F. yunnanicus precies was. ‘Door de jaren heen hebben mensen allerlei verschillende dingen beweerd’, zegt Howard.
Samen met zijn collega’s onderzocht hij bekende F. yunnanicus-exemplaren. Ook bekeek hij nieuwe fossielen. Alle kwamen uit het fossielengebied Chengjiang in China.
De biologen ontdekten dat bij sommige fossielen een buis, of koker, hoorde. Deze moet F. yunnanicus zelf hebben gemaakt, om er vervolgens in te wonen. Dit impliceert dat het beest een filtervoeder was: een organisme dat leeft van plankton en ander in het water zwevend voedsel. Ook vandaag de dag zijn er verschillende kokerwormen die deze techniek gebruiken. F. yunnanicus zou zijn buis aan een oppervlak hebben verankerd en ving passerende stukken voedsel op met zijn voorste ledematen.
Naaste verwanten van het dier hadden lange, veerachtige ledematen om voedsel te vangen, maar zij hadden daarnaast ook achterpoten, die ze gebruikten om zich te verankeren. ‘Facivermis is verder gegaan: het verloor zijn achterpoten en bouwde een buis om in te wonen’, zegt Howard. ‘Het is een gespecialiseerd dier in een reeds gespecialiseerde groep.’
Primitieve look
De vondst verandert onze ideeën over de rol van F. yunnanicus in het evolutieverhaal.
Sommige van de meest primitieve dieren waren in feite wormen. Al vroeg splitsten sommige van deze wormen zich op in twee groepen. Eén groep, de Cycloneuralia, bleef zonder ledematen voortbestaan. Zij waren de voorouders van de hedendaagse rondwormen. De andere groep, de Lobopodia, evolueerde poten. Er ontstonden hieruit drie groepen met poten: de geleedpotigen, waaronder insecten en spinnen, de fluweelwormen en de beerdiertjes.
Het bestaande idee was dat F. yunnanicus mogelijk de ‘ontbrekende schakel’ was waaruit de oorspronkelijke twee groepen zich afsplitsten. Maar Howard zegt dat dit niet klopt: het dier heeft duidelijke ogen, wat erop wijst dat het tot de Lobopodia behoort.
‘Ons onderzoek laat zien dat deze worm niet de ontbrekende schakel was’, zegt hij. ‘Het was een versimpelde Lobopodia-soort, een Lobopodia die zijn poten was kwijtgeraakt. Daardoor leek hij qua uiterlijk primitiever dan hij werkelijk was.’