We kunnen het poolijs laten aangroeien door deeltjes in de atmosfeer te sproeien die het zonlicht tegenhouden. Volgens een Amerikaanse onderzoeksgroep is dit een haalbare en relatief betaalbare manier om de Noord- en Zuidpool opnieuw te laten bevriezen.
De polen warmen veel sneller op dan de rest van de wereld. De temperatuur op de Zuidpool schiet ongeveer drie keer zo snel omhoog als gemiddeld op aarde, die op de Noordpool bijna vier keer zo snel.
Het smelten van sneeuw, ijs en gletsjers op de polen veroorzaakt een snelle stijging van de zeespiegel. Bovendien weerkaatsen witte sneeuw en ijsvlakten zonlicht grotendeels, terwijl een donkerder ondergrond of de oceaan de warmte van het licht grotendeels absorbeert. Zo versnelt het verdwijnen van ijs de opwarming van de aarde.
Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...
Zwaveldeeltjes sproeien
Om dit desastreuze smelten van het poolijs tegen te gaan stellen onderzoekers voor om vliegtuigen de lucht in te sturen om microscopisch kleine deeltjes in de atmosfeer te sproeien. Deze aerosoldeeltjes zouden een deel van het zonlicht terug te ruimte in reflecteren. Dat zorgt voor een bescheiden schaduw op het onderliggende aard- of ijsoppervlak. Hierdoor warmt het oppervlak minder op, en krijgt het ijs de kans om opnieuw aan te groeien.
‘Om te beginnen zouden we hiervoor waarschijnlijk sulfaten zoals zwaveloxide (SO2) gebruiken’, mailt klimaatonderzoeker Wake Smith van de Amerikaanse Yale-universiteit. ‘Dat zijn namelijke dezelfde deeltjes die moeder natuur via grote vulkanen in de atmosfeer blaast. We weten daarom dat ze de planeet afkoelen, en er is minder kans op onverwachte bijwerkingen.’
Stratosfeer boven het poolijs
In het plan van de onderzoekers worden de aerosolen op 60 graden noorderbreedte en 60 graden zuiderbreedte in de atmosfeer gesproeid. Dat is ruwweg ter hoogte van de noordelijke stad Anchorage in Alaska en de zuidpunt van Patagonië in Zuid-Amerika. Vanaf daar zouden de deeltjes geleidelijk richting de Noord- en Zuidpool drijven.
Om ervoor te zorgen dat de aerosolen maandenlang in de lucht blijven zweven – en niet na een paar dagen neerregenen – moeten ze tot net boven de tropopauze, in de stratosfeer, terecht komen. De tropopauze bevindt zich op 60 graden noorderbreedte boven ongeveer 13 kilometer hoogte, dus zo hoog moet je vliegen om de aerosoldeeltjes nét in de stratosfeer de sproeien.
De onderzoekers schatten dat een vloot van ongeveer 125 moderne tankvliegtuigen voldoende aerosolen kan verspreiden om beide poolgebieden met 2 graden Celsius per jaar af te laten koelen. Dit zou ongeveer 11 miljard euro per jaar kosten. Dat is minder dan een derde van wat het zou kosten om de temperatuur wereldtijd twee graden te laten dalen door aerosolen in de atmosfeer te sproeien.
Omdat de deeltjes na enkele maanden verdwijnen, zou het proces jaarlijks herhaald moeten worden, tijdens de lokale lente en vroege zomer.
In dit scenario koelen alleen de poolgebieden af. Toch kan het wereldwijd effect hebben, onder meer omdat het de zeespiegelstijging remt. Een ander voordeel is dat het dunbevolkte gebieden zijn waardoor het minder risico met zich meebrengt dan een wereldwijde uitrol.
Risico’s
Maar deeltjes de atmosfeer in spuiten is niet helemaal zonder risico’s. Smith: ‘De risico’s die we kennen zijn klein. Er is een kans op bijvoorbeeld wat meer zure regen, lichte opwarming in de stratosfeer en vertraging van het herstel van de ozonlaag. Daarnaast zijn er mogelijk onbekende onbekenden, waarvan we de risico’s nog niet kunnen inschatten. Er moet dus tientallen jaren onderzoek worden gedaan voordat het ingezet zou kunnen worden.’
Verder benadrukt Smith dat het symptoombestrijding is, en geen genezing. De aerosolen zijn geen vervanging voor het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen. Dat blijft het doel. ‘De aerosolen zouden op zijn best een hulpmiddel zijn om in de toekomst hittestress te verminderen.’