Sommige bacteriën hebben profijt van plasticvervuiling. Ze groeien sneller als er meer plastic voorhanden is, en voeden zich dan met meer plastic en met meer natuurlijk organisch materiaal.
Sommige zoetwaterbacteriën groeien sneller als er plasticvervuiling in de buurt is. Dat blijkt uit een onderzoek in Scandinavische meren. Plasticvervuiling lijkt ecosystemen zelfs te kunnen stimuleren. De studie verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift Nature Communications.
Om te testen hoe bacteriën reageren op plastic afval, bestudeerden de onderzoekers 29 zoetwatermeren. Ze haalden er water uit, en vermengden het met twee mogelijke oplossingen. In beide oplossingen zat water met opgeloste koolstofrijke moleculen, maar in een van de twee zaten ook nog stukken plastic, afkomstig van plastic tasjes van grote Britse supermarktketens. Die plastic tasjes waren gemaakt van een combinatie van lagedichtheidspolyethyleen (LDPE), een plasticsoort die het meest terug te vinden is in meren, en allerlei chemische toevoegingen. Boven de bakken water stonden speciale lampen, die de zon nabootsten.
Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...
Groeispurt
Vervolgens maten de onderzoekers de groei van bacteriën. En groeien deden ze – vooral in de bakken waaraan plastic was toegevoegd. De bacteriën voedden zich met de koolstofrijke moleculen, maar niet alleen met natuurlijke koolstof: ze aten ook de toevoegingen aan het plastic. Het was al bekend dat sommige bacteriën zulke toevoegingen kunnen eten (er bestaan bovendien bacteriën die plastic zelf kunnen eten).
Maar deze bacteriën bleken een bijkomende, en nogal eigenaardige, reactie op het plastic te vertonen. Ze leken er hongeriger van te worden. Als de hoeveelheid plastic in hun omgeving met vier procent toenam, groeiden de bacteriën maar liefst twee keer zo hard. Dat staat niet in verhouding met de hoeveelheid voedsel die erbij was gekomen. De extra hongerige bacteriën aten een beetje meer van alles: de toevoegingen aan plastic, maar ook ander organisch materiaal in de omgeving.
De groei van de bacteriën had vervolgens weer een positief effect op andere organismen in het ecosysteem. Watervlooienkolonies namen ook toe in grootte, waarschijnlijk omdat zij profiteren van de voedingsstoffen die de bacteriën produceren. En de watervlooien zouden op hun beurt weer de groei van andere spelers in het ecosysteem kunnen stimuleren.
Schoonmaakacties
‘De studie is van zeer hoge kwaliteit’, zegt Gert-Jan Gruter. Hij is hoogleraar industriële duurzame chemie aan de Universiteit van Amsterdam. ‘De studie geeft aan dat bacteriën kunnen helpen met het opruimen van tenminste een deel van de additieven die uit plastic afval in de natuur terechtkomen.’
De bacteriegroei bleek van meer factoren af te hangen. Hoe diverser de koolstofrijke moleculen in het meer, hoe efficiënter de kolonies groeien. Hetzelfde geldt voor de diversiteit van bacteriën in het meer: een grotere verscheidenheid aan soorten leidt tot een snellere groei van alle bacteriën samen.
‘Zo is er een link gelegd tussen de opruimefficiëntie van de bacteriën, organisch materiaal in de omgeving en de samenstelling van bacteriën’, zegt Gruter. ‘Met die kennis kunnen in sommige meren extra maatregelen worden genomen om plasticvervuiling tegen te gaan.’