De spookhaai, een merkwaardig uitziende diepzeevis met een olifantsnuitje, blijkt de afgelopen 400 miljoen jaar nauwelijks te zijn veranderd.
Niet de coelacanth, maar een kraakbeenvis genaamd spookhaai (Callorhinchus milli) is de traagst evoluerende gewervelde. Tot die conclusie komt bioloog Byrappa Venkatesh van het Institute of Molecular and Cell Biology in Singapore. Venkatesh en zijn collega’s brachten het genoom van de spookhaai in kaart. Uit een vergelijking van dat genoom met dat van andere gewervelden, blijkt dat het DNA van spookhaaien in de afgelopen 400 miljoen jaar nauwelijks is veranderd.
Mogelijk kan de spookhaai ons daarom meer vertellen over de vroege evolutie van vissen. Vissen waren de eerste gewervelden die benige skeletten, kaken en het adaptieve immuunsysteem (naast een aangeboren immuunsysteem) ontwikkelden. Van al die eigenschappen is niet bekend hoe en wanneer die precies ontstonden. De onderzoekers hopen nu met aanvullend genetisch onderzoek naar spookvissen daar meer duidelijkheid over te verkrijgen.
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
Tot dusver hadden wetenschappers het genoom van acht beenvissoorten in kaart gebracht, plus die van twee kaakloze vissen (de prikken). Van kraakbeenvissen, waartoe haaien en roggen behoren, was nog geen enkele soort onder de loep genomen. De onderzoekers kozen voor de spookhaai omdat die soort een relatief klein genoom heeft. Venkatesh en zijn collega’s publiceren een overzicht van het genoom deze week in het vakblad Nature.
De spookhaai is in werkelijkheid overigens geen haai, maar er wel nauw aan verwant. Het dier behoort tot een groep van kraakbeenvissen die bekend staan als draakvissen. De groep splitste zich zo’n 400 miljoen jaar geleden af van de voorouders van de huidige haaien.
De spookhaai komt voor in het oosten van de Indische Oceaan en in het zuidwesten van de Grote Oceaan, in de wateren rond Australië en Nieuw-Zeeland. Vanwege de vreemd gevormde snuit staat het dier ook wel bekend als olifanthaai. Het dier gebruikt die opvallende snuit om schaaldiertjes uit de zeebodem te wroeten.
Lees verder: