Horrorfanaten en liefhebbers van viezigheid opgelet: Braziliaanse biologen hebben bizarre kooigevechten georganiseerd tussen hooiwagens en platwormen. Het gevolg was een orgie van bollen slijm en door midden gekliefde platwormen.
Dit horrorscenario begint bij de gepantserde hooiwagen (Mischonyx cuspidatus), een diertje dat in de verte verwant is aan de spin. Het kent een problematisch leven: vogels, padden, hagedissen, buideldieren en zelfs sommige insecten maken jacht op hem. Maar dat betekent niet dat de hooiwagen een gewillig slachtoffer is. Het dier heeft namelijk een aantal effectieve verdedigingsmechanismen ontwikkeld, zegt zoöloog Rodrigo Willemart van de universiteit van São Paulo, Brazilië. Zo heeft de hooiwagen dikke bepantsering, kan hij overtuigend doen alsof-ie dood is, kan hij razendsnel wegrennen en kan hij zijn aanvallers knijpen met zijn stekelige monddelen.
Schaalgevechten
In de naam der wetenschap besloten Willemart en zijn collega’s vervolgens eens te kijken wat er zou gebeuren wanneer deze spinachtigen op de spreekwoordelijke vuist zouden gaan met de Braziliaanse platworm (Cephaloflexa bergi). ‘In de tropische wouden van Brazilië komen zulke gevechten elke nacht voor’, zegt hij.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
Ze organiseerden 32 gevechten tussen hooiwagens en platwormen, waarbij de dieren het in glazen schaaltjes tegen elkaar opnamen. Volgens Willemart hadden deze ‘schaalgevechten’ nog het meest weg van een miniatuurversie van Alien vs. Predator.
In totaal vielen de platwormen in 22 van die gevechten aan. Slechts tweemaal slaagden ze erin de hooiwagens met hun slijm te overmeesteren, nadat ze hen met hun hoofd hadden geslagen.
Uitgezogen ingewanden
De wormen hebben een mond in het midden van hun lichaam, waarin een keel zit die ze binnenstebuiten kunnen keren. Wanneer ze de hooiwagens aanvielen, verwijderden ze de monddelen en voorpoten van de spinachtigen en zogen vervolgens via het gat dat daardoor ontstond de ingewanden naar buiten.
De bepantsering van de hooiwagens hielp dus niet erg tegen de aanval van de wormen. Wat wel hielp? Vijftien keer stootten de hooiwagens smerig ruikende chemicaliën uit, waardoor de wormen zich terugtrokken. Volgens het onderzoeksteam helpt die tactiek overigens niet tegen de andere vijanden van de hooiwagen, zoals schorpioenen en spinnen.
Twee hooiwagens pasten de meest dramatische tactiek uit het experiment toe: zij gebruikten de uitsteeksels op hun achterpoten om de wormen door midden te hakken.
Het overleven van zo’n platwormaanval was voor de hooiwagens overigens niet zonder gevolgen. In het vakblad Journal of Zoology schrijven de auteurs dat de spinachtigen die aangevallen waren, na afloop van het gevecht een stuk minder liepen dan gewone hooiwagens. Bovendien zaten ze tot dertig uur na het gevecht nog onder het wormslijm.