‘Soms is het noodzakelijk dat mensen wetenschap begrijpen’, stelde Ionica Smeets, hoogleraar wetenschapscommunicatie in Leiden, vrijdag tijdens haar oratie. ‘Het is de verantwoordelijkheid van wetenschappelijke wereld om hun boodschap zo duidelijk mogelijk te maken en onbegrip bij het publiek te voorkomen’.
Smeets begon haar oratie, getiteld ‘Enige beschouwingen over de waarde der wetenschapscommunicatie’, met het bekende driedeurenprobleem waarover ze voor de Volkskrant meerdere columns schreef. Dat sommige mensen dit kansspelletje niet begrijpen, is volgens de wiskundige en wetenschapsjournalist niet erg, maar verklaart wel waarom er mensen zijn die een woekerhypotheek afsluiten of een lot voor de loterij kopen.
Noodzaak
Het niet altijd noodzakelijk voor het publiek om wetenschap te begrijpen, stelt Smeets. Een wetenswaardigheid kunnen opdissen over een opmerkelijk wiskundig fenomeen, zoals priemgetallen, die Smeets na aan het hart liggen, is aardig, maar om veel meer dan een weetje gaat het dan niet. ‘In sommige gevallen is het echter wel noodzakelijk dat mensen wetenschap begrijpen.’
Ieder mens een persoonlijk dieet
Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?
Deze ‘noodzaak’ is vooral duidelijk in vakgebieden zoals geneeskunde, waar onbegrip bij het publiek gevaarlijke gevolgen kan hebben. Denk bijvoorbeeld aan het verkeerd interpreteren van adviezen of onjuist gebruik van medicatie. ‘Het is aan de wetenschappers, de experts, om hun boodschap zo duidelijk mogelijk over te brengen, en op deze manier dit soort onbegrip en verwarring te voorkomen’, aldus Smeets.
Houding
Hoe kunnen wetenschappers hun boodschap dan het beste communiceren naar het grote publiek? Een voorbeeld is er een verhaal bij te vertellen, zoals Smeets deed bij haar oratie. Maar wetenschappers zelf horen vaak liever feiten. ‘Starten met een anekdote zorgt er vaak voor dat wetenschappers je minder serieus nemen, terwijl het publiek het juist als prettig ervaart. Een verhaal zorgt voor een zekere betrekking op jezelf, dat kan voor het begrip van het publiek goed werken’.
Jargon
Ook het gebruik van gewone taal is volgens Smeets iets wat de wetenschappelijke wereld meer zou moeten toepassen. ‘In een gesprek tussen arts en patiënt moet alles duidelijk zijn. Dit is niet altijd het geval. Als je advies krijgt in woorden die je eigenlijk niet begrijpt, hoe moet je dat advies dan goed opvolgen?’
Zo noemde Smeets als voorbeeld het grote verschil wat betreft de definitie van diarree tussen artsen en patiënten. Waar artsen het doorgaans definieerden als ‘dunne ontlasting’, legden de meeste patiënten het uit als ‘heel veel ontlasting’. ‘Natuurlijk’, zegt Smeets, ‘gaan in dit geval beide definities vaak samen, maar het benadrukt het verschil tussen de twee groepen wel.’ Het is makkelijk mensen te overschatten, stelt ze. ‘Als je zelf gewend bent een bepaald begrip te gebruiken, is het moeilijk om je voor te stellen dat er mensen zijn die er de betekenis niet van weten’.
Stereotype
Smeets is al jaren een van de ‘wiskundemeisjes’, een bijnaam die zij en een vriendin kregen van een gezamenlijke vriend. De observatie ‘jullie studeren wiskunde en zijn meisjes’ was voor hem bijzonder genoeg om het tot bijnaam te dopen. Dit is volgens Smeets ook precies de reden dat het zo lang is blijven plakken. ‘Wiskundemeisje’ is bijzonder of opvallend omdat het voor veel mensen een soort tegenstelling in zich heeft. ‘Veel mensen associëren bewust of onbewust bètawetenschappen met mannen. Ik ben daar zelf ook schuldig aan’, aldus Smeets.
Deze stereotypen in de wetenschap kunnen ervoor zorgen dat er bepaalde keuzes niet gemaakt worden, stelt Smeets. ‘Meisjes denken door dit stereotype bijvoorbeeld dat ze geen wis- of natuurkunde kunnen studeren. Één artikel kan dat beeld al veranderen. Ook dat is een van de redenen waarom wetenschapscommunicatie zo belangrijk is.’
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: