Uit trackinggegevens blijkt dat jonge witte ooievaars meer tijd nodig hebben om hun weg te vinden tijdens de jaarlijkse migratie dan oudere ooievaars. De senioren blijken een directere route te nemen. De ooievaars lijken dus met de jaren te leren.
Ooievaars nemen steeds snellere en directere routes voor hun migraties naarmate ze ouder worden. Dat blijkt uit een recent onderzoek gepubliceerd in het vakblad PNAS. Dit suggereert dat ooievaars door ervaring leren om hun route te perfectioneren.
‘We hebben deze dieren kunnen volgen en dat leverde gedetailleerde gegevens op over waar ze heen gaan en wanneer’, zegt ecoloog Ellen Aikens van de Universiteit van Wyoming. ‘Maar we wilden meer te weten komen over hoe de ooievaars de migratie perfectioneren en ontwikkelen gedurende hun leven.’
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
Tags
Ooievaars (Ciconia ciconia) broeden meestal in Europa. Ze vliegen ’s winters naar centraal of zuidelijk Afrika. Tussen 2013 en 2020 vingen Aikens en haar collega’s 258 jonge ooievaars op vijf broedplaatsen in Duitsland en Oostenrijk. Voordat ze de ooievaars weer vrijlieten, voorzagen ze de vogels van tags die hun locatie volgden.
In totaal registreerde het team 301 trektochten van 40 ooievaars, die allemaal minstens twee opeenvolgende migraties voltooiden. Na analyse van de gegevens ontdekte het team dat jongere vogels meer tijd besteden aan het verkennen van nieuwe plaatsen en het uitproberen van verschillende routes.
Minder tijdsdruk
‘De redenering hierachter is dat ze in hun vroege leven informatie verzamelen om hun omgeving beter te leren kennen’, zegt Aikens. ‘Ze zijn nog niet aan het broeden, dus ze hebben minder tijdsdruk om naar gebieden te gaan die nodig zijn om te broeden of om nesten te bouwen.’
Naarmate de ooievaars ouder zijn, worden hun paden rechter. Ook vliegen ze veel sneller om eerder op hun bestemming aan te komen. ‘Dit suggereert dat ze hun routes steeds verder verfijnen zodat ze korter en directer worden. De migratie kost dan alleen wel meer energie’, zegt Aikens.
De veranderingen doen zich voor omdat volwassen ooievaars moeten concurreren met anderen voor nestplaatsen van hoge kwaliteit. Die zijn nodig om succesvol te broeden, zegt Aikens.
‘Deze ooievaars leren net zoals wij leren’, aldus Aikens. ‘We zouden ze echt meer erkenning moeten geven voor hoe intelligent en verbazingwekkend het is dat ze deze reizen succesvol volbrengen en gedurende vele jaren verbeteren.’