Een inktvissoort die van nature vrij asociaal is, wordt een stuk gezelliger onder invloed van MDMA. De drug zet de dieren ertoe aan contact met elkaar op te zoeken en maakt ze handtastelijk – net zoals dat het geval is bij menselijke gebruikers.
De tweevlekoctopus (Octopus bimaculoides) is van nature een solitair wezen. Deze inktvis verstopt zich graag in de zanderige zeebodem of tussen stenen en zoekt soortgenoten alleen op om te paren. Maar geef het dier wat MDMA (de werkzame stof in xtc) en het gedrag slaat volledig om. De octopus blijkt dan plots geïnteresseerd in gezellige onderonsjes met mede-octopussen. Ook gaan de dieren elkaar volop betasten. Dat constateren Amerikaanse onderzoekers in het vakblad Current Biology.
MDMA zorgt bij mensen voor een vergelijkbaar effect. De drug ontketent bij de gebruiker een lawine van vrolijkmakende stoffen: dopamine, serotonine en oxytocine. Deze drie zorgen voor warme gevoelens bij sociaal contact, wat verklaart waarom MDMA-gebruikers meer verbinding zoeken met andere mensen.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
Vergelijkbaar gen
Dat mensen en octopussen hetzelfde reageren, is te verklaren aan de hand van een gen dat in beide diersoorten te vinden is. Dit gen reguleert het transport van serotonine in de hersenen en codeert daarnaast een eiwit dat dienstdoet als bindingsplaats voor MDMA. De onderzoekers ontdekten niet alleen dat de octopus en de mens dit gen delen, maar ook dat het gen op moleculair niveau erg vergelijkbaar is. Volgens hen verklaart dat waarom we een vergelijkbare ‘kick’ ervaren.
De onderzoekers gebruikten de Octopus bimaculoides als proefdier omdat het de enige octopus is waarvan het gehele genoom bekend is. Daardoor konden de wetenschappers de genen van de octopus en de mens nauwkeurig vergelijken.
Serieus onderzoek
De wetenschappers waren er overigens niet alleen op uit om de octopussen de dag van hun leven te bezorgen. Ze hoopten met hun werk meer inzicht te krijgen in de evolutie van sociaal gedrag. De experimenten onthulden dat serotonine in zowel mensen als octopussen een grote rol speelt bij sociaal gedrag, hoewel de soorten zo’n 500 miljoen jaar geleden hun eigen weg gingen op het evolutie-pad.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: