Diemen (NL) – Een genetisch gemodificeerd iepenras is resistent tegen de zeer besmettelijke iepziekte.


Na tien jaar is het onderzoekers van de universiteit in Abertay Dundee (Engeland) eindelijk gelukt. Ze kweekten een iepenras met een genetische modificatie die de iep resistent maakt tegen de beruchte iepziekte. De eerste lichting proefkonijnen is nu anderhalve meter hoog.
Iepziekte is als het ware de MKZ onder de bomenziekten. Het verschil is dat iepziekte niet alleen zeer besmettelijk is – de ziekte verspreidt zich zelfs via wortelcontact – maar ook onherroepelijk dodelijk. De bovengrondse verspreider van de iepziekte is de iepenspintkever Scolytus scolytus, die zich tegoed doet aan de bast van de iep. Daarbij brengt de kever sporen over van de schimmel Ophiostoma ulmi. Deze groeit in de houtvaten van de bomen en verspreidt zich via de sapstroom. De iep probeert vervolgens de schimmel tegen te houden door zijn sapstroom naar takken en bladeren af te sluiten. Daardoor sterft uiteindelijk de hele kroon af.
Het genoom van de nieuwe genetische variëteit bevat een gen dat een schimmeldodend eiwit produceert. “Dit is een voorbeeld van milieuvriendelijke biotechnologie”, aldus hoogleraar Kevan Gartland, een van de onderzoekers. “We kunnen hiermee de schade aanpakken die de ziekte wereldwijd toebrengt aan landschappen en ecosystemen.”

Kevan Gartland: “We hopen met deze variant schimmelziekten zoals iepziekte en meeldauw te bestrijden.”


In Nederland moet jaarlijks zo'n acht procent van de iepen na besmetting worden geveld. Het is mogelijk iepen 'in te enten' door ze te injecteren met een onschuldige schimmel. De boom gaat vervolgens zelf schimmeldodende stoffen produceren die de vestiging van Ophiostoma verhinderen. Een dergelijke injectie blijft echter slechts een jaar werkzaam. Het voordeel van de nieuwe resistente variant is dat deze uit zichzelf continu schimmeldodende stoffen aanmaakt. Ook dan blijft inperking van de ziekte echter moeilijk. Dat blijkt uit ervaringen met reeds bestaande rassen die, zonder genetische modificatie, gedeeltelijk resistent zijn. Ton van Oostwaard, Coördinator Boombeheer in de provincie Noord-Holland: “Het zijn vooral de oude rassen die vatbaar zijn voor de iepziekte. Het zal zeker zo'n 25 jaar duren voor we de nieuwere, gedeeltelijk resistente bomenrassen zodanig hebben verspreid dat we de ziekte echt kunnen inperken. Dan moet een besmettingspercentage van één procent haalbaar zijn.”
Ook verdere proeven met de nieuwe genetische variant zullen pas over enkele tientallen jaren definitief resultaat opleveren. Voorlopig worden de jonge mutanten uitvoerig onder strikte laboratoriumomstandigheden getest voordat ze de vrije natuur in mogen.


Nienke Beintema