We worden dagelijks gebombardeerd met een overdosis informatie. Neuropsycholoog en auteur Daniel Levitin vertelt in zijn nieuwe boek Een opgeruimde geest hoe je zorgt dat je niet in die informatiestroom verdrinkt. 

Daniel Levitin schreef 'een opgeruimde geest'
Daniel Levitin

Wat is de belangrijkste les uit uw boek?

‘Ik geef adviezen aan de hand van wetenschappelijk onderzoek. Daaruit blijkt dat je dingen moet opschrijven om ze te onthouden. Je moet to-do lists maken, afsprakenkalenders bijhouden. Je kunt tegelijkertijd maar 3 of 4 dingen in je hoofd houden. Anders moet er iets wijken. Creativiteit, bijvoorbeeld, of aandacht’.

Socioloog over zelfmoordpreventie: ‘Probeer iemand met suïcidale gedachten uit het dal te helpen’
LEES OOK

Socioloog over zelfmoordpreventie: ‘Probeer iemand met suïcidale gedachten uit het dal te helpen’

Socioloog Diana van Bergen en haar collega’s hebben een beurs van 9 ton gekregen voor een zelfmoordpreventieproject. ‘We weten dat er in de direct ...

Wat voor soort onderzoek ligt daaraan ten grondslag?

‘Bijvoorbeeld het onderzoek van neurowetenschapper Earl Miller van MIT. Hij toont aan dat multitasken een mythe is. Ons brein is een parallelle processor, maar ons aandachtsysteem is dat niet. In plaats van multitasken moet je daarom continu wisselen tussen de ene en de andere taak. Dat is in metabolische zin erg duur. Mensen die mogen ‘unitasken’ krijgen meer gedaan. Dat weten we instinctief al. Stel dat je aan het rijden bent in een auto met kinderen op de achterbank en de radio aan. Wanneer je gaat parkeren, vraag je de kinderen even stil te zijn en zet je de radio zachter. Je weet instinctief dat parkeren meer mentale energie nodig heeft.

Het is geen toeval dat vluchtleiders en vertalers bij de Verenigde Naties – mensen die extreem veel moeten ‘multitasken’ – verplicht worden 1 tot 1,5 uur te werken en daarna een half uur pauze te nemen. Beide banen zijn stressvol, want een fout kan een ongeluk veroorzaken of een diplomatiek incident ontketenen. Voor beide functies moet je tegelijk veel informatie verwerken en bijhouden. Tijdens een pauze moet je dan iets anders doen. Je moet geen youtubefilmpjes gaan kijken, maar een wandeling maken, een boek lezen of even slapen.’

Wat is dan het verschil tussen een youtube-filmpje kijken en een boek lezen?

‘Dat is het verschil tussen literatuur en lectuur. Natuurlijk is het lastig te bepalen waar de grenzen liggen. Great Expectations, War & Peace, dat is literatuur. De thriller die je op een vliegveld koopt, is dat niet. Daar tussenin zit een grijs gebied.

Een van de eigenschappen van een thriller, maar ook bijvoorbeeld van een krantenbericht, is dat het je alles vertelt. Het is feitelijk. Literatuur is anders. Daarbij moet je je verbeelding gebruiken. Het stimuleert een soort dagdroom-modus, waarbij je ineens bedenkt ‘hee, zoiets heb ik ook meegemaakt.’ Dagdromen is erg goed voor je brein.

YouTube, maar ook veel televisie en films, zijn passieve vormen van entertainment. Bij literatuur is het actiever. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor populaire Amerikaanse televisieseries zoals The Wire, Breaking Bad en Mad Men. Die hebben ook dat kunstzinnige van onafhankelijke films. Ze laten je nadenken en hebben actieve participatie nodig. Dat is enorm belangrijk.’

Hoe kun je wetenschappelijke gegevens, die inherent onzeker zijn, vertalen naar concrete adviezen, die zekerheid nodig hebben?

‘Ik sprak met übersuccesvolle mensen. Mensen uit de Obama-regering, bijvoorbeeld, CEO’s, senatoren, Nobelprijswinnaars, wetenschappers, schrijvers. Wat deelden die mensen in de manier waarop ze omgaan met informatie? En kon ik in de wetenschap vervolgens bewijs vinden dat hun aanpak inderdaad werkt?

Veel van die mensen stellen expliciet prioriteiten. Ze weten wat op elk moment het belangrijkste is om te doen. Ze beginnen op werk niet zomaar met waar ze gisteren mee bezig waren of wat toevallig net binnenkomt. Ze volgen niet passief de wereld, maar maken actief keuzes.’

U stelt weleens dat multitasken net zo verslavend en schadelijk is als het roken van wiet. Is het echt zo erg?

‘Ja. Veel mensen hebben het gevoel continu achter de feiten aan te lopen. Bijna niemand kan alles op zijn of haar to-do lijst afwerken. Stel dat je ook op social media zit. Je hebt op een dag naast je werk 3 tweets verstuurd, 17 likes op een facebookbericht gekregen en 4 mails beantwoord – lekker gemultitasked, dus. Dan heb je het gevoel dat je iets hebt bereikt. Dat activeert het beloningssysteem in je brein.

Bestel Een opgeruimde geest van Daniel Levitin in onze webshop.

Maar net als bijvoorbeeld heroïne, dat ons een sluiproute naar het beloningssysteem geeft, is dat niet echt. Dat systeem is geëvolueerd om ons te belonen wanneer we nieuwe informatie ontdekken, seks hebben of onszelf eten geven. Multitasken – of eigenlijk: het continue switchen tussen kleine taakjes – zorgt ervoor dat we direct de beloning krijgen voor kleine minitaakjes, zonder het gewenste gedrag te vertonen.

Er groeit een hele generatie op die straks niet heeft geleerd hoe ze hun gedachten 40 tot 50 minuten moeten focussen op één taak. Onderzoek van YouTube toont bijvoorbeeld aan dat jongeren onder de 18 maximaal 40 seconden van een filmpje kijken, zelfs als het in totaal 1,5 of 2 uur duurt.’

Komt dat niet gewoon omdat kinderen sowieso een kortere aandachtspanne hebben?

‘Gedeeltelijk. De prefrontale cortex functioneert nog minder goed. Daardoor zijn ze ook minder bezig met de toekomstige gevolgen van hun gedrag nu. Maar ze zijn ook gewend geraakt aan continue stimulering. Dat werkt verslavend, op dezelfde manier waarop je verslaafd kunt raken aan je kopje koffie.

Met het risico dat ik klink als een oude man die vroeger alles beter vond: als je elke keer na 40 seconden wilt wisselen naar iets nieuws, dan behou je geen focus. Ik speculeer nu, maar het lijkt me dat het dan steeds lastiger wordt om nog grote kunstwerken te produceren of belangrijke vraagstukken op te lossen. Denk aan de oneerlijke verdeling van rijkdom, de opwarming van de aarde en agressie tussen, en binnen, landen. Dat zijn enorme problemen. De jongeren die nu niet langer dan 40 seconden naar een youtubefilmpje kijken, zijn straks de baas in de wereld. Dergelijke problemen kun je niet oplossen door er gewoon eens vijf seconden over na te denken.’

Dus toch: vroeger was alles beter. Denkt niet elke generatie dat?

‘Zeker. Seneca riep in het oude Rome al dat geschreven taal de menselijke geest zou afstompen. Toen boeken verschenen, maakte men zich zorgen dat iedereen al zijn tijd lezend zou doorbrengen. Toen kwam de radio, die mensen dommer zou maken doordat ze minder gingen lezen. Inderdaad, dat ging om diezelfde boeken die vroeger nog als het kwaad werden gezien. Daarna kreeg televisie de schuld, toen computerspelletjes.

Dat neemt niet weg dat we nu een nieuwe situatie hebben. We hebben de laatste paar jaar meer informatie verzameld dan in alle jaren van de menselijke geschiedenis daarvoor. Onze smartphones bieden toegang tot meer informatie dan zelfs de allergrootste fysieke bibliotheken, en ze zijn sneller dan alle computers betrokken bij de Apollomissie tezamen.

Het internet is een goed middel voor democratisering. Je kunt er letterlijk elk idee vinden. Maar er zijn ook veel pseudofeiten die zich voordoen als feit. Intellectuelen, wetenschappers, journalisten, die zijn gewend daarmee om te gaan, maar niet iedereen kan dat.

We moeten kinderen vanaf een jaar of 12 al leren hoe ze die informatiestroom kunnen verwerken. Zelfs sommige van de slimste studenten ter wereld denken bij een onderzoek nog dat de website waar ze op uitkomen het eindpunt is. Dat is pas het begin! Is de informatie nog up to date, zit er een bepaalde ideologische voorkeur achter, enzovoorts. Je moet leren het digitale kaf van het koren te scheiden. We moeten kinderen daarom geen feiten meer leren, maar leren hoe ze informatie kunnen verwerken.’

Zijn er dan helemaal geen feiten die volgens u het leren waard zijn?

Multitasken is mogelijk net zo verslavend als wiet - of alcohol, natuurlijk.
Multitasken is mogelijk net zo verslavend als wiet – of alcohol, natuurlijk.

‘Toch wel. De vermenigvuldingstafels, bijvoorbeeld. Die zorgen voor een intuitiever begrip van wiskunde en natuurkunde, maar zijn ook nodig wanneer je reparaties uitvoert in je huis. Of wanneer je in een onderhandeling tegenover iemand zit die de uitkomsten van berekeningen wel snel kan schatten. Als jij dat dan niet kunt, is dat een groot nadeel.

Feiten zijn soms dus inderdaad belangrijk, maar ik kies er in mijn colleges nu voor om studenten de opdracht te geven zelf iets te leren over een bepaald onderwerp. Tijdens het college voelen we die kennis dan kritisch aan de tand, discussieren we erover. We hebben ook alleen open boek tentamens, omdat we niet willen vragen naar de kale feiten maar naar creatieve toepassingen van die feiten.’

Dat klinkt als het tegenovergestelde van wat normaal in colleges gebeurt. Werkt dat?

‘Het is een experiment, maar wel eentje die gebaseerd is op gegevens uit de cognitieve psychologie. Het blijkt dat bij traditionele colleges 60 procent van de studenten een maand later nog weet wat verteld is. Dat is een jaar later nog maar twintig procent. Op onze manier zijn studenten zelf de baas over de manier waarop ze leren en blijven ze de stof hun leven lang onthouden. Het is datzelfde verschil tussen passieve en actieve participatie als bij literatuur versus youtube.’

Daniel Levitin is neurowetenschapper aan de Canadese McGill University. Hij schreef eerder de bestseller Ons muzikale brein. Zijn nieuwste boek verschijnt in het Nederlands onder de titel Een opgeruimde geest.

Lees verder: