De hiv-infectie van een Amerikaanse vrouw lijkt te zijn verdwenen na het ontvangen van hiv-resistente stamcellen. De behandeling is een primeur: het is voor het eerst dat een zogeheten hiv-leukemie-behandeling is uitgevoerd met stamcellen afkomstig uit navelstrengbloed.

Leukemie en hiv (human immunodeficiency virus) tegelijk, dat is voor niemand een fijne combinatie. Toch zit er ook een klein zilveren randje aan, omdat bij de behandeling van leukemie soms een stamceltransplantatie nodig is. Wanneer de donor van deze stamcellen goed wordt uitgekozen, kan die transplantatie hiv genezen. Dat is waarschijnlijk gebeurd bij een hiv-positieve gekleurde vrouw met leukemie uit de Verenigde Staten.

De vrouw, die bekend staat als de New York-patiënt, kreeg vanwege haar leukemie in 2017 een stamceltransplantatie. Normaal gesproken komen die stamcellen van een volwassen beenmergdonor, maar bij deze transplantatie kwam een deel van de stamcellen uit navelstrengbloed. Dat was nodig omdat juist deze cellen de zeldzame mutatie hadden die ze resistent maakt tegen hiv.

Ieder mens een persoonlijk dieet
LEES OOK

Ieder mens een persoonlijk dieet

Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?

Na 37 maanden is de vrouw dan ook gestopt met het slikken van hiv-remmers. Dit om te kijken of het virus nog aanwezig was in haar lichaam. Dat lijkt niet zo te zijn: sinds de vrouw dertig maanden geleden is gestopt met hiv-remmers is er geen nieuwe hiv-activiteit bij haar gemeten. 

Genetica

Meerdere mensen zijn de vrouw voorgegaan in haar hiv-remissie, maar zij kregen een andere behandeling. De stamcellen gebruikt bij hun behandeling kwamen van beenmerg, en niet uit navelstrengbloed. Maar bij zowel de beenmergstamcellen als de stamcellen uit navelstrengbloed, was dezelfde hiv-resistente versie van het CCR5-gen aanwezig. Deze zogeheten delta-32-mutatie blokkeert de toegang van hiv tot gezonde cellen.

Bij stamceltransplantaties moet er een goede match zijn tussen het weefseltype van de donor en de ontvanger. Dit verlaagt het risico dat het immuunsysteem van de ontvanger de nieuwe stamcellen aanvalt.

Aangezien weefseltypes erfelijk zijn, heeft iemands etniciteit invloed op hun kansen om een match te vinden. De gen-mutatie die leidt tot hiv-resistentie is erg zeldzaam. Hij komt slechts voor in ongeveer 1 procent van de witte Noord-Europese mensen en is nog veel zeldzamer in andere populaties.

Onervaren stamcellen

Om toch een donor te vinden voor de New York-patiënt, die van gemengde komaf is, keken artsen naar een andere bron van stamcellen. In plaats van beenmerg, gebruikten ze stamcellen afkomstig uit navelstrengbloed. Een ontvanger hoeft minder volledig met het weefseltype van de donor te matchen om in aanmerking te komen voor deze stamcellen.

Arts Jingmei Hsu van het New Yorkse Presbyterian-ziekenhuis legt uit hoe dit komt. Immuuncellen van de donor die bij de stamceltransplantatie meekomen, hebben in het geval van navelstrengbloed minder ‘ervaring’ (zijn minder virussen en bacteriën tegengekomen) dan bij beenmergcellen van volwassen donoren, zegt ze. Hierdoor reageren deze cellen minder heftig op de lichaamscellen van de ontvanger.

Wanneer de immuuncellen van de donor, die meekomen tijdens de transplantatie, wel heftig reageren op het lichaam van de ontvanger, spreekt men van Graft versus Host Disease (GvHD). Het risico op GvHD is bij transplantaties van navelstrengstamcellen lager dan bij beenmergstamcellen.

Gemengd met de navelstrengstamcellen kreeg de New York-patiënt beenmergstamcellen van een familielid. Het is lastig om genoeg stamcellen uit navelstrengbloed te filteren voor een volledige stamceltransplantatie. Door de stamcellen te mengen kregen de navelstrengstamcellen een betere start, aldus arts Yvonne Bryson van de universiteit van Californië, Los Angeles, een van de hoofdonderzoekers.

Zeldzame combinatie

Een stamceltransplantatie is geen goede manier om iedereen met hiv te genezen. Na een reguliere stamceltransplantatie komt 15-20 procent van de patiënten te overlijden. Dat terwijl hiv tegenwoordig geen dodelijke ziekte meer hoeft te zijn, als je virusremmers slikt.

Stamceltransplantaties zijn dus alleen een hiv-behandelingsoptie in heel specifieke gevallen. ‘Je moet in goede conditie zijn, want een beenmergtransplantatie is zwaar. Ook moet je een heel specifieke vorm van leukemie hebben’, zegt internist-infectioloog Casper Rokx van het Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam. Dit was het geval bij de New York-patiënt, bij wie nu zowel de hiv als de leukemie in remissie zijn.

Voor een stamceltransplantatie worden eerst de cellen in je eigen beenmerg kapotgemaakt. Na de transplantatie krijgt de ontvanger medicijnen die het afweersysteem onderdrukken. Dit moet om het risico te verlagen dat het immuunsysteem van de ontvanger de nieuwe stamcellen aanvalt.

‘Omdat je bij navelstrengbloed met weinig stamcellen begint, duurt het langer totdat je nieuwe stamcellen weer nieuwe bloedcellen kunnen aanmaken. In de periode waarin je beenmerg nog herstelt ben je heel vatbaar voor infecties’, zegt Rokx. ‘Dit is een erg risicovolle ingreep die je alleen kan toepassen in heel specifieke omstandigheden. Het is dus heel mooi dat zo’n specifiek geval op deze manier in kaart is gebracht.’