Hoe meer groen in de leefomgeving, hoe beter mensen zich voelen en hoe kleiner de kans op een ontijdige dood. Dat blijkt uit de samenvatting die Magdalena van den Berg, promovenda sociale geneeskunde bij het VU Medisch Centrum in Amsterdam, maakte van al het internationale onderzoek dat op dit gebied is verschenen.
Van den Berg heeft de kwaliteit van veertig studies naar de relatie tussen groen en gezondheid beoordeeld en concludeert dat er genoeg goede onderzoeken zijn uitgevoerd die samen bewijskracht leveren voor een positief verband. ‘Mensen voelen zich sterker als ze in een buurt met veel parkjes, bos of groenstroken wonen. Negentien studies laten een relatie zien tussen de nervositeit en somberte van bewoners en het aandeel groen in een woonwijk. Daarnaast wijzen nog eens zeven studies in Engeland, Amerika, Canada en Japan uit dat er een relatie bestaat tussen de hoeveelheid natuur in de wijk en het sterftecijfer. In een omgeving met veel groen is de kans op sterfte lager dan in een stenige wijk.’
Sociaal-economisch
Groen in de leefomgeving lijkt vooral belangrijker voor mensen met een lage sociaal-economische status. ‘Mensen met een hoge opleiding en genoeg geld hebben meer mogelijkheden zich te ontspannen’, zegt Van den Berg. ‘Zij nemen een abonnement op de sportschool, gaan op vakantie en zijn mobieler.’
Mondscan kan tongkankerpatiënten met een spraakstoornis helpen
Met een volgsysteem van tong, lippen en kaak, legt taalwetenschapper Thomas Tienkamp de basis om mensen met spraakstoornissen beter te laten spreken.
Om te beoordelen hoe groen een wijk is, is in sommige onderzoeken gebruikgemaakt van Google Maps en satellietgegevens, en in andere van de inschatting van de proefpersonen. Wat betreft gezondheid gaat het om door de deelnemers zelf gerapporteerde gegevens. Sterftecijfers zijn uit overheidsregisters afkomstig.
Bij dit soort studies is zo veel mogelijk uitgesloten dat het verband kan worden verklaard door andere variabelen, zoals de sociaal-economische status, man-vrouwverhouding of de leeftijden van de deelnemers in de onderzoeksgroep.
Meer bewijs
Naar het verband tussen de kwaliteit van de natuur en de algemene gezondheid zijn volgens Van den Berg nog te weinig studies verschenen om een conclusie te kunnen trekken. ‘In verschillende onderzoeken zijn verbanden gevonden die wijzen op een kleinere kans op specifieke ziekten zoals depressie, angststoornissen of juist betere geboorte uitkomsten, maar die heb ik in de review buiten beschouwing gelaten.’
Copromotor en coauteur Jolanda Maas, socioloog, begon zelf in 2004 aan haar promotieonderzoek. Er waren indertijd slechts twee studies naar de relatie tussen groen en gezondheid verschenen, één in Nederland en één in Japan. De afgelopen tien jaar groeide het aantal explosief. ‘Er komt steeds meer bewijs dat mensen baat hebben bij een groene leefomgeving’, benadrukt Maas. ‘Eén enkele studie geeft richting, maar een heleboel studies bij elkaar vormen pas een stevige wetenschappelijke basis.’
Vitamine G
In 2009 promoveerde Maas op het proefschrift Vitamine G, waarin ze aantoonde dat mensen woonachtig in wijken met veel groen minder vaak de huisarts bezoeken en minder last hebben van depressie en angststoornissen.
De review van Van den Berg laat zien welke aspecten tot nu toe goed zijn onderzocht en welke nog niet. Op dit moment voert de promovenda vervolgonderzoek uit waarin ze juist op die leemtes inspringt.
Mechanisme
Uit interviews met bijna vierduizend inwoners van vier Europese steden – Doetinchem, Barcelona, Kaunas (Litouwen) en Stoke-on-Trent (Engeland) – hoopt ze antwoord te vinden op vragen als: hoe dicht bij huis moet het groen liggen om effectief te zijn? Hoe werkt het mechanisme? Is naar groen kijken genoeg of moet je er daadwerkelijk doorheen lopen? Hoe vaak moet je er komen en hoeveel tijd moet je er doorbrengen? Maakt het uit hoe het groen eruitziet?
De antwoorden van de respondenten worden in verband gebracht met de objectief gemeten hoeveelheid groen in de buurt, maar ook de kwaliteit ervan. Het onderzoek wordt gefinancierd door de EU en uitgevoerd in samenwerking met Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu en universiteiten in de betrokken steden.
Positief verband
Uit de voorlopige analyses komen aanwijzingen voor een positief verband tussen de hoeveelheid tijd die mensen in het groen doorbrengen en de mentale gezondheid. Van den Berg onderzoekt nog of passief verblijven in de natuur genoeg is of juist dat de beweging en de sociale contacten die met een bezoek gepaard gaan, de mentale gezondheid stimuleren. ‘Uit eerder experimenteel onderzoek blijkt dat alleen al het kijken naar natuur stress en vermoeidheid reduceert.’
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: