De grootste boomkwekerij in Noord-Amerika helpt bij het opschalen van projecten om zaailingen te ‘vaccineren’ met inheemse schimmels en andere bodemmicroben. Deze behandeling helpt bomen sneller te groeien en meer koolstof vast te leggen.

Een Amerikaanse start-up heeft een miljoen bomen ‘gevaccineerd’ door inheemse schimmels toe te voegen aan hun voedingsbodem. Dit heet inoculeren, met als doel om de bomen sneller te laten groeien en meer koolstof op te laten slaan. Externe onderzoekers denken dat deze inoculatie effectief kan zijn, maar ze maken zich zorgen over de verstoring van de microbiële diversiteit in de bodem.

Schimmelinjectie

De bosbouwsector experimenteert al langer met manieren om boomgroei te verbeteren door ze te inoculeren met mycorrhizaschimmels, die voedingsstoffen uitwisselen met boomwortels. Maar de resultaten met gefabriceerde inoculanten zijn wisselend. ‘Deze kant-en-klare inoculanten presteren niet hetzelfde als inoculanten uit de natuur’, zegt ecoloog Ian Ware van Funga, het in Texas gevestigde bedrijf achter de inoculaties.

Groen, groot, gedurfd
LEES OOK

Groen, groot, gedurfd

Wetenschappers hebben plannen voor ambitieuze riskante projecten in de strijd tegen klimaatverandering. Hebben die enige kans van slagen?

De aanpak van Funga is om zaailingen te inoculeren met wilde grond die is verzameld uit gebieden die lijken op waar de bomen zullen worden geplant. Het idee is dat een diversiteit aan microbiële soorten effectiever zal zijn dan generieke inoculanten, vooral als de bomen worden geplant op plaatsen waar de microbiële diversiteit uitgeput is.

Grotere, sneller groeiende bomen halen ook meer koolstof uit de atmosfeer. Funga is van plan om koolstofkredieten te verkopen op basis van de extra groei die wordt toegeschreven aan de inoculatie.

Microben opgraven

In februari 2023 voltooide het bedrijf zijn eerste testaanplantingen in de Amerikaanse staat Georgia. Sindsdien heeft het bedrijf ongeveer een miljoen zaailingen van de loblolly-pijnboom (Pinus taeda) geïnoculeerd en geplant op kleine percelen in het zuidoosten van de VS. Ware zegt dat geïnoculeerde bomen 30 tot 60 procent meer groeiden in vergelijking met bomen die zonder inoculatie in dezelfde percelen waren geplant. Kleinschaligere experimenten hebben vergelijkbare veranderingen in groei laten zien, al waren die resultaten niet altijd even betrouwbaar.

Het bedrijf is nu van plan om dit jaar nog miljoenen zaailingen te inoculeren door samen te werken met het bedrijf PRT-IFCO, dat meer dan 600 miljoen zaailingen per jaar kweekt in kwekerijen in heel Noord-Amerika. ‘We zien een product waarmee bomen groter, sterker en sneller kunnen worden’, zegt Randy Fournier, CEO van het bedrijf.

Om miljoenen bomen tegelijk te inoculeren, wordt eerst grond verzameld van beboste donorlocaties waarvan uit onderzoek van het bedrijf is gebleken dat ze een diversiteit aan microben bevatten. Deze grond wordt vervolgens gemengd met water en over zaailingen in een kwekerij gesproeid.

Risicovol opschalen

‘Op de schaal waar de start-up mee werkt, gaat het om een heleboel grond’, zegt bodemecoloog Miranda Hart van de Universiteit van Brits-Columbia in Canada. Hun aanpak zou volgens haar in sommige contexten effectief kunnen zijn, maar ze is sceptisch of het op deze grote schaal zal werken. Inheemse microben bevinden zich namelijk vaak al in de bodem wanneer bomen worden geplant. ‘Er is absoluut geen bewijs dat we de biodiversiteit in bosrijke systemen zouden moeten manipuleren’, zegt ze.

Ecoloog Liz Koziol van de Universiteit van Kansas, die een start-up genaamd MycoBloom heeft opgericht die inheemse mycorrhizae in het laboratorium kweekt, vindt de aanpak van Funga veelbelovend. Maar ze voegt eraan toe dat het verzamelen van grote hoeveelheden grond van donorlocaties het risico met zich meebrengt dat de bron van die inheemse microbiële diversiteit uitgeput raakt. Ook waarschuwt ze dat het gebruik van inoculant ‘uit de hele bodem’ samen met de nuttige schimmels ook ziekteverwerkers kan verspreiden.

Tot nu toe heeft Funga voor inoculaties alleen grond gebruikt uit beheerde bossen en boomkwekerijen, waar de grond toch al verstoord zou worden bij het oogsten van de bomen. Ware zegt dat ze voorzichtig zijn om uitputting te voorkomen.

Maar het verstoren van de bodem zou wel eens een probleem kunnen worden bij het opschalen, zegt hij. ‘We willen niet simpelweg een verdienmodel uit bovengrond maken. Dat lijkt me een onwenselijke situatie.’