In een bosgebied van de Britse National Trust krijgen zo’n duizend mieren een radiozender. Die duizend zenders moeten inzicht verschaffen in de verplaatsingen en de communicatie van de bosmieren.

Samuel Ellis, een bioloog van de University of York, voert het onderzoek in Derbyshire uit. Op het Longshaw Estate bevinden zich zo’n duizend mierennesten, met in totaal vijftig miljoen werkmieren. Ellis zal de zenders aanbrengen op maar een geringe fractie van die populatie. Niettemin zal het kunnen aflezen van de code van die zenders, vergelijkbaar met de chips op producten in de winkel, hem voldoende informatie geven over de mierenkolonies. Een enkele mier is niet bepaald slim, aldus de bioloog, maar hij maakt onderdeel uit van een ingewikkeld systeem dat in Longshaw Estate succesvol is.

rode bosmier krijgt chip in DerbyshireBioloog Samuel Ellis brengt een rfid-chip aan op een rode bosmier.

‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben
LEES OOK

‘Bij mannen ruikt het meer naar kaas, bij vrouwen naar ui’: verrassende verhalen over microben

Ze zitten op je neus, op je bord, in je darmen, onder je voeten. Te klein om met het blote oog te zien, met oneindig veel en ...

De mieren zijn roofdieren die allerlei wormen en insecten eten. Voor het voeren van de larven melken ze de honingdauw van bladluizen, en die komen vooral voor op eiken en berken. De mieren hebben bovendien de voorkeur voor een bos met zonnige weiden waar ze hun nesten kunnen bouwen. De National Trust wil, zo laat de natuurorganisatie in een persbericht weten, met dit onderzoek begrijpen hoe ze het bos kunnen aanpassen zodat de mier voldoende levensruimte krijgt en de natuur elders in het bos minimaal verstoord raakt. Zo kan de informatie die Ellis verzamelt uitsluitsel geven waar het beste naaldbomen kunnen worden gerooid.

Deze rode bosmier, verwant aan rode bosmieren elders in Europa, is inmiddels een bedreigde diersoort omdat zijn leefgebied in de verdrukking is geraakt. De belangrijkste populaties komen voor in twee gebieden in Engeland, waaronder Derbyshire. Zijn Latijnse naam luidt Formica lugubris, maar in Engeland staat hij bekend als northern hairy wood ant vanwege haren die uitsteken boven de ogen. De mier is ruim een centimeter lang, en volgens Ellis zal het dragen van de minuscule chip van een vierkante millimeter geen probleem zijn.

Er zijn nog andere dieren die baat hebben bij de maatregelen voor een beter leefgebied van deze mieren. Diverse vogels, zoals de blauwe gaai en de groene specht, maken dankbaar gebruik van het mierenzuur waarmee de mieren zich beschermen. Ze vliegen naar een mierennest om zich te laten besproeien met mierenzuur, en bestrijden zo parasieten in hun verenkleed.