In een klein onderzoek, uitgevoerd in het Verenigd Koninkrijk, bleek 28 procent van de mensen die online boodschappen doen ertoe over te halen voor een gezondere optie te gaan.

Veel mensen doen momenteel op zijn minst een deel van hun boodschappen online met het oog op de coronapandemie. Wetenschappers voerden daarom een onderzoek uit met negenhonderd deelnemers om te bepalen of het suggereren van gezondere alternatieven hun eetgedrag kon verbeteren. Het onderzoek was gefinancierd door Public Health England, een Britse overheidsorganisatie.

Jongeren zijn gevoeliger voor likes
LEES OOK

Jongeren zijn gevoeliger voor likes

Moeten we ons zorgen maken over de gevolgen van sociale media op de mentale gezondheid van jongeren? Ontwikkelingspsycholoog Wouter van den Bos zocht ...

‘De logica is dat wanneer we mensen op het moment van aanschaffen kunnen sturen naar iets gezondere opties, ze ook thuis iets gezondere opties hebben’, zegt psycholoog Suzanna Forwood van de Anglia Ruskin-universiteit in Engeland.

Producten ruilen

Deelnemers aan het onderzoek moesten twaalf producten op een boodschappenlijstje kopen. Als ze een product met veel calorieën in hun mandje stopten, kregen ze een alternatief te zien met minder calorieën. Deze producten werden aangeboden als ze bij benadering evenveel kostten of minder, en ze minstens 24 kilocalorieën minder bevatten per 100 gram.

Gemiddeld kreeg een klant drie keer zo’n ‘productruil’ aangeboden. Een op de acht werd geaccepteerd. 28 procent van de deelnemers ging in op een aanbod.

Klanten wezen dus sommige voorstellen af, maar accepteerden andere. ‘Mensen zijn niet zo bereid om ‘ja’ te zeggen als je zou denken’, zegt Forwood. Ze wil nu gaan onderzoeken waar dat door komt.

Geaccepteerde ruils deden de calorie-inhoud van boodschappenmandjes gemiddeld afnemen met zo’n 30 kilocalorieën. Of een ruilvoorstel de gezondheidsvoordelen of de lagere prijs benadrukte, leek weinig verschil te maken.

Duistere patronen

‘Het gebruik van ‘ruilaanbiedingen’ lijkt op nudging, een overredingstechniek die wordt gebruikt in het ontwerp van interfaces’, zegt Colin Gray van de Purdue-universiteit in de Amerikaanse staat Indiana. ‘Daarbij worden gebruikers aangemoedigd om opties te overwegen waar ze niet expliciet om hebben gevraagd.’

‘Mijn angst is dat dit soort studies het voorwerk doen voor een verdere optimalisatie van dit soort ‘duistere patronen’, die manipuleren en dwingen in plaats van te informeren’, voegt Gray daaraan toe.

Met andere woorden: hoewel deze en vergelijkbare studies goede bedoelingen hebben, kunnen ze ongewild bedrijven ertoe aanzetten uit te zoeken hoe ze meer winst kunnen boeken door via nudging het online winkelgedrag van mensen te veranderen.

Bestel hier het maartnummer van New Scientist, met onder meer een dossier over zwarte gaten en een artikel over hoe verouderde software de maatschappij kan ontwrichten.