Genetici hebben een muizenhart sneller laten kloppen door het aan te drijven met menselijke genen. Onderzoekers denken dat de techniek bruikbaar is om proefdieren beter genetisch te kunnen ‘besturen’.

Op het jaarcongres van de vereniging voor microbiologie EMBO in Barcelona meldde geneticus Edward Rubin dat hij er waarschijnlijk in is geslaagd om zogeheten ‘enhancers’ te isoleren. Dat zijn stukjes DNA die de activiteit van verderop gelegen genen verhogen.

Rubin, behalve vooraanstaand onderzoeker ook directeur van het Joint Genome Institute in Californië, wil alle enhancers in mensen en dieren, verzamelen in een grote gegevensbank. Dit zou een steun zijn voor genetici, omdat ze dan gemakkelijk kunnen nazoeken welke enhancer effect heeft op het stukje DNA dat zij onderzoeken.

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
LEES OOK

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’

Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.

Wil een onderzoeker bijvoorbeeld dat zijn proefdier extra veel van een bepaald enzym aanmaakt, dan kan hij in Rubins database op zoek naar de juiste enhancer, en die implanteren in het proefdiergenoom.

Muizenhart
Enhancers zijn een soort hoofdschakelaars die de genactiviteit kunnen reguleren, zodat onze cellen precies genoeg van elk benodigd stofje produceren. Rubin gebruikt een speciaal enzym, genaamd p300, om de enhancers op het menselijk genoom te vinden. Dit enzym bindt zich volgens hem aan actieve enhancerstukken op het genoom.

Als het eiwit eenmaal goed vast zat, knipte Rubin het DNA in kleine stukjes, en vist hij de deeltjes met het p300-enzym eruit. Deze stukjes implanteerde hij vervolgens op het muizengenoom, om te kijken of ze werkten als enhancers.

Zo’n 74 procent van de potentiële enhancers die Rubin uit een menselijk embryohart haalde, zorgde voor hogere activiteit van het muizenhart. Voor de genen die hij uit een menselijk volwassen hart haalde, was 71 procent actief in de muis.

Hoe het zit met de genen die geen activiteit veroorzaakten, weet Rubin niet. ‘Het kan zijn dat de enhancers niet werken op muizen. Maar het kan ook zijn dat de stukjes DNA eigenlijk geen enhancers zijn’, zei hij in Barcelona op het EMBO-congres. ‘Ik vermoed het eerste.’

Met p300 denkt Rubin ongeveer een derde van alle enhancers op het menselijk genoom eruit te kunnen pikken. Om de rest te vinden, heeft hij andere enzymen met een soortgelijke functie gevonden.

Liz Brower