Afrikaanse meervallen groeien sneller en zijn minder agressief als je ze in grote groepen bij elkaar stopt. Belangrijker dan de dichtheid is echter de totale hoeveelheid zwemruimte die de vis heeft.
Gedachtenexperiment: sluit tien mensen een week lang op in een lift, of honderdduizend mensen in een middelgroot voetbalstadion. Als er al geen doden vallen, dan zal de stress onze proefpersonen om de oren gieren. Afrikaanse meervallen (Clarias gariepinus) hebben daar geen last van: met 2500 vissen in een kuub zijn ze juist minder gestresst, vertonen ze minder agressie, groeien ze sneller dan bij 250 vissen in dezelfde duizend liter, zo blijkt uit Wagenings promotieonderzoek.
Vijfentwintighonderd vissen in een kubieke meter, dat is ongeveer vier vissen in een frisdrankfles – hoewel meervallen groter kunnen worden dan zo’n fles betrof het onderzoek dieren van 25 tot 30 cm. Een Coca-Cola aquarium vol snelgroeiende, stressarme en smakelijke meerval? Zo werkt het dus niet, blijkt uit het proefschrift van Pablo Almazàn Rueda. De beschikbare zwemruimte is veel belangrijker voor de vissen, zoals ook de proefpersonen in ons voetbalstadion baat hebben bij de mogelijkheid een rondje te lopen en naar de wc te gaan.
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
Territorium
Minder vissen bij elkaar zijn juist agressiever, omdat elke vis zijn eigen territorium probeert te veroveren. Daarbij vallen gewonden – behalve scherpe tanden hebben meervallen ook nog stekels in hun vinnen. Komen er meer vissen, dan geven ze de hoop op een eigen plekje op, neemt de zwemactiviteit toe en de hoeveelheid stresshormoon in hun bloed af.
“In het wild leven Afrikaanse meervallen juist solitair,” legt de promotor van het onderzoek, professor Johan Verreth uit, “maar in het droge seizoen verandert dat.” In steeds verder opdrogende poelen zitten de meervallen dicht op elkaar geperst. “Zo’n plas bestaat dan uit visvlees met een beetje modder, en de dieren kunnen alleen overleven omdat ze zuurstof uit de lucht kunnen ademen.” De knop die dan ommoet, stelt de vissen ook in kwekerijen in staat om in grote groepen te kunnen leven, filosofeert de hoogleraar.
In Nederland werd verleden jaar 4500 ton meerval gekweekt. Het is daarmee, na paling, de meest gekweekte vis in Nederland. Het merendeel van de meervallen (zo’n 80%) gaat naar het buitenland. Nu is 8% van de vis afkomstig uit aquacultuur, in 2050 zal de helft van de Europese visconsumptie uit de viskweek afkomstig zijn, schat het Ministerie van Visserij.