Washington DC, VS – De Microwave Anisotropy Probe (MAP) zal eind deze maand vertrekken naar een lokatie voorbij de Maan. Daar probeert het apparaat oplossingen voor een van de grootste raadselen van de kosmos te vinden.

Hoe is het heelal ontstaan, welke vorm heeft het en hoe is het gegroeid: fundamentele vragen over de kosmos wachten nog steeds op antwoorden. Wetenschappers hopen met een nieuwe satelliet meer duidelijkheid te krijgen. Deze satelliet moet een kaart maken van de complete hemel, waarin het nagloeien van de oerknal zichtbaar is. Dit licht komt uit de periode waarin het heelal nog geen sterren, sterrenstelsels of andere hemellichamen bevatte.
Patronen in de achtergrondstraling moeten verraden waarom de oerknal niet leidde tot een homogeen heelal, maar tot een heelal vol met lokale dichte massa’s (sterrenstelsels). Een andere belangrijke vraag is of het heelal doorgaat met uitzetten, of ooit weer zal ineenstorten.

In theorie hebben astrofysici al tal van scenario’s berekend. De kaart die MAP samenstelt, zullen ze straks gaan vergelijken met de diverse theoretische modellen. Volgens de oerknalteheorie begon het heelal veertien miljard jaar geleden als een minuscule, extreem hete kern van licht en vreemde deeltjes. Sindsdien dijt het heelal uit en koelt het af. Het totale heelal baadt in het nagloeiende licht van dat eerste moment.
“De kosmische microgolfstraling is een fossiel,” vertelt prof David T. Wilkinson van Princeton University. “Zoals we uit dinosaurusbotten het leven van miljoenen jaren geleden kunnen achterhalen, kunnen we dit oude licht navorsen en het heelal van veertien miljard geleden reconstrueren.”

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
LEES OOK

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’

Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.

MAP bekijkt het jonge heelal door het meten van minuscule temperatuurverschillen in het zeer homogeen verdeelde microgolflicht. Dit licht komt nu overeen met een temperatuur van 2,73 kelvin, ofwel –270 graden Celsius. De temperatuurvariaties bedragen ongeveer een miljoenste graad. MAP is een vervolg op de Cosmic Background Explorer die begin jaren negentig een kaart van de temperatuur van de achtergrondstraling maakte. MAP meet echter veel gedetailleerder.
MAP zal meten vanuit het tweede Lagrange-punt, genoemd naar de Italiaans-Franse wiskundige Josef Lagrange die ontdekte dat in de nabijheid van twee om elkaar draaiende massa’s vijf punten zijn waar een object op een vaste afstand van de twee andere massa’s kan blijven. MAP is het eerste ruimtevaartuig dat naar naar het tweede van die punten, het L2-punt, wordt gestuurd. De komende jaren zullen nog diverse andere ruimtetelescopen MAP gaan vergezellen. Het L2-punt ligt viermaal verder dan de Maan.

Erick Vermeulen