Voor een man wiens hersenen zijn beschadigd door een beroerte, lijken mensen en objecten een derde kleiner dan in werkelijkheid het geval is.

De 66-jarige man kreeg in december 2017 een beroerte, waardoor een deel van zijn hersenen tijdelijk zonder zuurstof zat. Na zijn herstel merkte hij dat alles in zijn omgeving kleiner leek dan voorheen.

In een kledingwinkel pakte hij bijvoorbeeld een T-shirt in de maat XL uit de rekken, omdat hij dacht dat het een M’etje was. Ook had hij het gevoel dat deuropeningen plots te klein waren om erdoorheen te passen. En hij vermoedde dat zijn vrouw de gordijnen te warm had gewassen, omdat het leek alsof ze gekrompen waren. De man herinnerde zich wel wat de werkelijke afmetingen waren van bekende objecten. Daaruit leidde hij af dat hij nu alles zo’n 30 procent kleiner ziet dan voorheen.

Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper
LEES OOK

Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper

Niks sneeuwvlokjes. Volgens neurowetenschapper Eveline Crone zijn hedendaagse jongeren juist sterk in een extreem ingewikkelde tijd.

Om uit te vogelen wat er aan de hand is, bedacht neuropsycholoog Nils van den Berg van de Universiteit van Amsterdam samen met collega’s een reeks experimenten voor de man. In één test moest de man, die de onderzoekers ‘DN’ noemen, de grootte van tien verschillende kubussen inschatten. Hij schatte elke kubus zo’n dertig procent kleiner in dan elf andere proefpersonen dat deden. De resultaten van de proef kwamen dus overeen met wat de man zelf had ingeschat.

Gezichtsveld

De afwijkende grootteperceptie lijkt in verband te staan met problemen in het linkerdeel van DN’s gezichtsveld. Toen hij bijvoorbeeld naar twee kubussen keek die naast elkaar stonden, dacht hij dat de linker kubus kleiner was dan de rechter – ook als die dezelfde grootte had als de rechter kubus, of zelfs groter was. Ook bleek uit computerproefjes dat DN moeite had om vormen, locaties en beweging van objecten te identificeren wanneer die zich in het linkse deel van zijn gezichtsveld bevonden.

Dat komt overeen met wat neurologen logischerwijs zouden verwachten. Informatie uit het linkse deel van het gezichtsveld wordt meestal verwerkt door de rechterachterzijde van de hersenen. Dat is precies de plek waar de beroerte bij DN schade heeft veroorzaakt, zegt Van den Berg.

Madurodam
Een bezoek aan Madurodam is voor ‘DN’ wellicht wat veel van het goede. Beeld: Wikimedia/Gellerj

Compenseren

Waarschijnlijk proberen de hersenen van DN de schade te compenseren door de beperkte informatie van het linker gezichtsveld te verweven met de input van het intacte rechterdeel van het gezichtsveld, zegt Van den Berg. ‘Het resultaat is blijkbaar een kleinere, maar symmetrische en betekenisvolle weergave van de wereld’, zegt hij.

Er is maar een handvol andere mensen bekend die, na schade aan hetzelfde hersengebied, vergelijkbare symptomen vertoonde. Zij zien objecten als kleiner of juist groter, of het beeld dat zij zien staat ondersteboven. Wat er precies schuilgaat achter deze vertekeningen van de werkelijkheid is nog onbekend, zegt Van den Berg.

DN heeft manieren gevonden om met zijn afwijkende blik op de wereld om te gaan. Zo schat hij de grootte van onbekende objecten – zoals deuropeningen – in door ze te vergelijken met objecten die voor hem wel bekend zijn. Als hij op de fiets zit of autorijdt, blijft hij dicht langs de kant van de weg zodat hij geen risico loopt op botsingen met tegenliggers. ‘Hij is snel moe, maar verder gaat het goed met hem’, zegt Van den Berg. Volgens hem bewijst het verhaal van DN maar weer eens dat de hersenen alle beschikbare informatie gebruiken om een samenhangend beeld van de wereld te vormen.

LEESTIP. Ga mee op een verrassende tour door je hersenen. Te koop in onze webshop.