De lucht boven het Middellandse Zeegebied is opvallend sterk vervuild. Dat blijkt uit een onderzoek dat is uitgevoerd in de zomer van 2001.


Tot op een hoogte van ongeveer 15 kilometer boven het Middellandse Zeegebied zijn metingen verricht naar luchtvervuiling, zowel vanaf de grond als vanuit vliegtuigen. Het onderzoek dat werd geleid door het Max Planck Instituut voor Chemie in Mainz werd uitgevoerd door onder andere het KNMI en toonde een opvallend sterke vervuiling rondom het Middellandse Zeegebied.
Het internationale onderzoek, dat is gepubliceerd in het tijdschrift Science van 25 oktober 2002, laat in metingen zien dat de vervuiling het sterkst is in de onderste vier kilometer. De bronnen van de vervuiling zijn industrie, verkeer, bosbranden, landbouw en huishoudelijke activiteiten uit zowel het westen als het oosten van Europa. In het Middellandse Zeegebied, dat meer zon krijgt, leidt de vervuiling tot smogvorming. De lucht raakt ook vervuild met ozon en microscopisch kleine deeltjes (aerosolen).
Boven de vier kilometer hoogte blijkt de vervuiling vooral te worden aangevoerd met westenwind. De wind is afkomstig uit Noord Amerika en zelfs uit Azie. Westenwind is buiten de tropen de overheersende windrichting.
Boven de acht kilometer grens werd de vervuiling vooral aangevoerd vanuit het oosten, zo bleek de onderzoekers. De vervuiling volgde de overwegend oostenwind in de tropen en boog noordwaarts af naar het Middellandse Zeegebied.

Ozon
Als gevolg van de gemeten vervuiling is 's zomers in een groot deel van het Middellandse Zeegebied nabij de grond de concentratie van het giftige ozon hoger dan de Europese norm. Daarnaast houden aerosolen zonlicht tegen waardoor minder water kan verdampen. Normaal gesproken trekt de waterdamp (wolken) vooral richting Noord Afrika en het Midden Oosten en veroorzaakt daar regenval. Door de afgenomen wolkenvorming kan toenemende droogte in deze gebieden het gevolg zijn.

Bron: Kennislink, KNMI