Leonardo da Vinci zag een beetje scheel. Klinkt vervelend, maar voor hem was het vermoedelijk een voordeel. De Florentijnse alleskunner kon de driedimensionale werkelijkheid daardoor beter omzetten naar een tweedimensionale afbeelding.
Volgens neurowetenschapper Christopher Tyler van de University of London leed Da Vinci aan exotropie, oftewel divergent scheelzien. Dat betekent dat de pupillen ten opzichte van elkaar wat naar buiten staan. Kijkt het linkeroog recht vooruit, dan kijkt het rechteroog een beetje naar rechts.
Tyler bestudeerde afbeeldingen van zes kunstwerken waarvan wordt aangenomen dat de weergegeven persoon Da Vinci’s gezicht draagt. Zijn methode was vrij eenvoudig: rond de pupillen en irissen tekende hij cirkels, rond het geopende deel van de ogen tekende hij ellipsen. Door de onderlinge positie van de twee cirkels en de ellips te bepalen, stelde Tyler van elk afgebeeld oog vast in welke richting het kijkt.
Ieder mens een persoonlijk dieet
Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?
Bij vijf van de zes kunstwerken bleek de afgebeelde ‘Da Vinci’ divergent scheel te zien. Gemiddeld maken de kijkrichtingen van elk paar ogen een onderlinge hoek van 10,3 graden naar buiten. Alleen de Vitruviusman wijkt af. Die ziet juist convergent scheel: de kijkrichtingen van zijn ogen maken een hoek van 5,9 graden naar binnen. Mogelijk maakte Da Vinci die iconische tekening zonder in de spiegel te kijken.
Tweedimensionaler
Mensen die scheelzien bekijken de wereld vaak door één oog tegelijk, ook al hebben ze beide ogen geopend. Daardoor hebben ze moeite om diepte te zien.
Vervelend als je een bal moet vangen, maar handig als je een realistisch schilderij wilt maken. Dan moet je namelijk de driedimensionale werkelijkheid overbrengen op een tweedimensionaal doek. Dat gaat makkelijker als je de wereld sowieso al wat tweedimensionaler ziet dan anderen.
(Tip: als je iets realistisch wilt natekenen, maak er eerst een foto van. Als ik dit op school had geweten, had mijn boom wellicht wat meer op een boom geleken.)
Rembrandt en Picasso
Volgens Tyler is divergent scheelzien met name een voordeel voor een kunstenaar als het intermitterend is. In dat geval ziet iemand niet voortdurend scheel, maar af en toe. Mensen met die afwijking kunnen de wereld zowel in 3D als in 2D zien. Soms kunnen ze zelfs bewust schakelen tussen beide opties, alsof je in de bioscoop een 3D-bril op- of afzet. Tyler vermoedt dat dit bij Da Vinci het geval was.
‘Van meerdere grote kunstenaars, van Rembrandt tot Picasso, wordt gedacht dat ze scheel zagen. Het lijkt erop dat Da Vinci het ook had’, zegt Tyler in een persverklaring. Zijn vondst is gepubliceerd in oogheelkundig vakblad JAMA Ophtalmology.
(Misschien heb je er als tekenaar ook baat bij om een tijd met een ooglapje rond te lopen, zodat je leert om de wereld in 2D te bekijken. Maar ik betwijfel of je dat echt goed kunt leren als je altijd 3D-zicht hebt gehad. Je hersenen hebben dan allerlei trucs ontwikkeld om ook zonder het gebruik van beide ogen diepte te zien, bijvoorbeeld via de lichtval of de grootte van bekende voorwerpen. Bovendien stonden piraten niet bepaald bekend om hun schilderkunst.)
Leermeester
Er zijn vrijwel geen portretten bekend die Da Vinci zelf weergeven. In de Codex Atlanticus, een bundeling van Leonardo’s schetsen en geschriften, staat echter de aantekening dat ‘de ziel de arm van de schilder dirigeert en hem zichzelf laat reproduceren, omdat dat volgens de ziel de beste manier is om een mens weer te geven’.
Daarom denken kunstkenners dat veel van zijn afgebeelde personen Da Vinci’s eigen gezicht dragen. Dit blijft echter een zwak punt van de studie: van geen enkele van de zes kunstwerken die Tyler bestudeerde, is zeker dat ze Leonardo’s ogen weergeven.
Vier van de zes onderzochte werken zijn gemaakt door Da Vinci zelf. Naast de tekening van de Vitruviusman zijn dat de schilderijen Salvator Mundi en Johannes de Doper, en een krijttekening van een oude man, waarvan vermoed wordt dat het een zelfportret is.
De andere twee onderzochte objecten zijn beeldhouwwerken gemaakt door Da Vinci’s leermeester Andrea del Verrocchio. Daarvan wordt gedacht dat een jonge Leonardo ervoor model stond.
Een andere leerling van Del Verrocchio was trouwens Pietro Perugini, die op zijn beurt leermeester was van Rafaël. Ook stond Del Verrocchio in contact met Domenico Ghirlandaio, de leermeester van Michelangelo. Verder denken sommigen dat Del Verrocchio zelf een leerling was van Donatello. Als dat zo is, had hij dus een connectie met alle vier de Turtles.