Komeet 67P/Churyumov–Gerasimenko, beter bekend als de komeet van Rosetta, raakt de dikke stoflaag kwijt die de afgelopen vier jaar op het oppervlak vormde. Astronomen publiceerden op 26 januari hun eerste resultaten van Rosetta’s stofonderzoek in Nature.
De ruimtesonde Rosetta houdt het proces nauwlettend in de gaten, en biedt astronomen daarmee inzicht in het stoffige leven van een komeet. Rosetta verzamelt en meet al sinds augustus 2014 stofdeeltjes die van de komeet ontsnappen. Tijdens de stofmetingen is de komeet richting de zon bewogen, van een afstand van 535 miljoen kilometer tot een afstand van 450 miljoen kilometer. Die nadering maakt het komeetoppervlak actief: door de verhitting ontsnapt gas uit de komeet, dat het stof de ruimte in slingert.
Oud stof
Stofdeeltjes die op de target-plaat van Rosetta botsen, breken gemakkelijk uiteen, wat erop wijst dat ze geen ijs bevatten. Wel bevatten ze veel natrium, net als interplanetair stof. De stoflaag is waarschijnlijk op de komeet gekomen toen hij, tijdens zijn vorige rondje om de zon, van de zon weg bewoog, afkoelde en niet langer gas losliet.
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
Nieuwe laag
In augustus zal de komeet zijn dichtste nadering (186 miljoen kilometer) tot de zon bereiken. Al voordat het zover is, zal al het stof van de komeet zijn geblazen, waardoor een nieuwe laag van het komeetoppervlak aan het licht komt. ‘We zullen binnenkort deeltjes zien verschijnen met heel andere eigenschappen’, zegt ESA-onderzoeker Rita Schulz.
Lees ook: