De weersomstandigheden die hebben geleid tot de overstromingen in West-Europa worden steeds waarschijnlijker als gevolg van de klimaatverandering, zo stellen klimatologen en meteorologen.
De overstromingen in Nederland, België, Duitsland, Luxemburg en Zwitserland zijn veroorzaakt door een combinatie van zware regenval en een traag bewegend stormfront. In België en Duitsland heeft het water minstens 120 mensen het leven gekost.
‘Het is het gevolg van zeer vochtige lucht in de atmosfeer die zich rond een bijna stilstaand front heeft gewikkeld’, zegt klimaatwetenschapper Hayley Fowler van de Newcastle Universiteit in het Verenigd Koninkrijk. Beide weersverschijnselen komen vaker voor wanneer de aarde opwarmt.
Is het aardse magneetveld de weg kwijt?
Volgens sommigen kan het aardmagneetveld elk moment omkeren. Is er reden tot zorg?
Vochtige atmosfeer
‘Een van de best begrepen gevolgen van de opwarming van de aarde is dat het vochtgehalte in de atmosfeer toeneemt’, zegt meteoroloog Johannes Quaas van de Universiteit van Leipzig in Duitsland. Met elke graad dat de planeet opwarmt, neemt de hoeveelheid water die de atmosfeer kan bevatten met 7 procent toe, zegt hij. Dit verhoogt de kans op zware regenval.
Tegelijkertijd komt het steeds vaker voor dat hoge- en lagedrukgebieden maar langzaam verplaatsen. Dat komt doordat de aarde sneller opwarmt bij de polen dan bij de evenaar. Door de trage weerfronten neemt de kans op aanhoudende regenval in specifieke gebieden toe.
‘Wat in dit geval het verschil maakte, is dat dit lagedruksysteem bijna stilstond en dat de regen binnen het systeem in de richting van de stroming van het lagedruksysteem bewoog,’ zegt Fowler. Daardoor viel heel veel regen steeds weer op dezelfde plek.
Beangstigend
Uit recente modellen van Fowler en haar team blijkt dat dit soort traag bewegende of bijna stilstaande fronten steeds vaker zullen voorkomen op het Europese vasteland. Tegen het einde van de eeuw komen ze veertien keer zo vaak voor als voorheen. ‘Dat is een enorme toename’, zegt ze.
Dat onderzoek ging uit van een scenario met een blijvende hoge uitstoot van broeikasgassen. Maar Fowler zegt dat we door de beperkingen van klimaatmodellen over het algemeen onderschatten hoe snel weersverschijnselen erger kunnen worden. ‘Klimaatmodellen nemen vaak de rol van het landoppervlak niet goed mee’, zegt ze.
‘Het lijkt erop dat we meer hevige regenval en overstromingen zien, en heftige hittegolven. We zien steeds meer extremen’, zegt Fowler. ‘Onze klimaatmodellen voorspellen dit soort veranderingen eigenlijk pas over enkele tientallen jaren. Dus als klimaatonderzoeker vind ik de gebeurtenissen die we dit jaar over de hele wereld zien best beangstigend.’
Ardennen
Klimaatonderzoeker Geert Jan van Oldenborgh van het KNMI zegt dat de overstromingen ernstiger waren vanwege de geografie van de getroffen regio. ‘De meeste regen viel aan de oostkant van de Ardennen’, zegt hij. ‘Als vochtige lucht een bergketen tegenkomt, dan moet die lucht omhoog om eroverheen te komen. En omdat de lucht stijgt, koelt hij af en condenseert het vocht tot regen. Je krijgt dus altijd veel meer regen aan de loefzijde van een heuvel of berg.’
Dat wil niet zeggen dat andere regio’s niet getroffen kunnen worden. ‘Klimaatverandering raakt iedereen’, zegt Fowler. ‘Onze weersomstandigheden worden nu al beïnvloed door het warmere klimaat waarin we leven.’