In het dinotijdperk speelden zoogdieren slechts een bijrol. Toch hadden de reptielen wel degelijk van hen te vrezen, blijkt uit een zeldzame fossiele vondst in China. Die toont een roofzuchtig klein zoogdier dat een veel grotere dinosauriër aanvalt.
Nietsvermoedend kauwt een psittacosaurus, een dinosauriër van het formaat grote hond en met een papegaaiachtige snavel, op een plant. Een eindje verderop kijkt een jongvolwassen repenomamus robustus – een klein, dasachtig zoogdier – hongerig toe. Zijn doelwit is bijna drie keer groter dan hijzelf, maar dat weerhoudt hem er niet van om de aanval in te zetten. Hij trekt een korte sprint en grijpt de dinosauriër vast. Na een uitputtende strijd geeft het reptiel zich gewonnen. Liggend boven op zijn prooi neemt het zoogdier een eerste hap, niet wetende dat dat ook zijn laatste zal zijn. Een dodelijke modderstroom, veroorzaakt door een vulkaanuitbarsting, bedekt het tweetal.
Dat moet ongeveer het lot zijn geweest van twee dieren die zo’n 125 miljoen jaar geleden leefden in het noorden van het huidige China, zo blijkt uit een studie die Canadese en Chinese wetenschappers deze week publiceerden in het wetenschappelijke blad Scientific Reports. Hierin presenteren ze het vrijwel intacte fossiel van een zoogdier dat een dinosauriër in een dodelijke houdgreep houdt. Dit werd in 2012 ontdekt in de Chinese provincie Liaoning, op een plek die ook wel het ‘Chinese Pompeï’ wordt genoemd: in de vulkanische afzettingen zijn bijzonder veel fossielen uit het dinotijdperk goed bewaard gebleven. Doordat de dieren overvallen werden door de vulkaanuitbarstingen, vormen deze fossielen snapshots van het dagelijks leven in deze tijd.
Mieren zijn magnifieke navigators
Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.
In dit geval geeft het fossiel een zeldzaam inkijkje in de interactie tussen zoogdieren en dinosauriërs, schrijven de onderzoekers. Over het algemeen wordt aangenomen dat zoogdieren in de schaduw stonden van dinosauriërs. De meeste soorten werden niet groter dan 15 centimeter en waren vooral ‘s nachts actief, waarschijnlijk om confrontaties met de grotere, jagende dinosauriërs te voorkomen.
Roofzuchtig gedrag
Toch lijkt het er steeds meer op dat de rollen soms ook omgedraaid waren. In 2005 ontdekten Chinese wetenschappers al dat dino soms op het menu stond van zoogdieren: in de maag van een fossiel exemplaar van een repenomamus robustus trof men de overblijfselen aan van een pasgeboren psittacosaurus.
De nieuwe vondst van dezelfde twee diersoorten toont aan dat het zoogdier ook niet terugschrok van een volwassen exemplaar dat een aantal keer groter was dan hijzelf. ‘Het vormt een van de eerste bewijzen van daadwerkelijk roofzuchtig gedrag van een zoogdier ten opzichte van een dinosauriër’, zegt Jordan Mallon, onderzoeker bij het Canadian Museum of Nature in Ottawa en coauteur van de studie.
De fossielen van de twee dieren zijn in elkaar verstrikt, waarbij het kleinere zoogdier – dat een halve meter lang was en waarschijnlijk nog geen 4 kilo woog – boven op de meer dan een meter lange en rond de 10 kilo wegende dinosauriër lag. Het diertje heeft zijn achterpoten om de dinosauriër gewikkeld en met zijn linkervoorpoot de onderkaak van zijn prooi vast. Met zijn tanden bijt hij in de ribbenkast van het reptiel. Deze positie wijst erop dat het zoogdier de dinosauriër aanviel, en niet andersom.
Veelvraat
Het is niet uitgesloten dat het zoogdier simpelweg een aaseter was, maar volgens de onderzoekers is een actieve aanval het waarschijnlijkste scenario. Zo trof men, behalve op de bijtplek, geen tandafdrukken aan op botten van de dinosauriër. Dit was wel te verwachten als meerdere dieren zich al tegoed hadden gedaan aan het karkas van het reptiel. Daarnaast is de positie van het zoogdier lastig te verklaren als het een aaseter zou zijn, vervolgen de onderzoekers. Waarom zou het zoogdier zo verwikkeld zijn met de dino, als hij zijn maaltijd ook staand naast het karkas had kunnen verorberen?
Daarmee had het gedrag van dit prehistorische zoogdier mogelijk wat weg van bepaalde marterachtigen, aldus de onderzoekers. Daarvan is bekend dat ze af en toe in hun eentje veel grotere dieren aanvallen: zo grijpt de veelvraat in arctische gebieden soms een eland of rendier, terwijl de kleinere wezel weleens een haas te grazen neemt.