Paleontologen zijn het er niet over eens: zijn fossielen van een jonge Tyrannosaurus rex of van een aparte soort?
Tyrannosaurus rex was misschien toch niet de enige grote carnivoor die over Noord-Amerika heerste tijdens het late Krijt. Een herinterpretatie van verschillende fossielen doet namelijk vermoeden dat een andere, kleinere soort, Nanotyrannus lancensis, naast de koning van de dino’s leefde.
‘Dit is het beroemdste fossiele dier ter wereld’, zegt paleontoloog Nicholas Longrich van de Universiteit van Bath in het Verenigd Koninkrijk. ‘Er zijn veel mensen die ernaar kijken. En we kunnen het niet eens worden.’
Op zoek naar de vliegroute van de grote stern
Ecoloog Ruben Fijn bracht met gps voor het eerst uitgebreid het vlieggedrag van de grote stern in kaart. Zijn onderzoek laat ...
Nanotyrannus lancensis
Het debat verdeelt paleontologen al tientallen jaren. In de jaren veertig werd een schedel opgegraven in de Hell Creek Formatie in de Verenigde Staten. Een publicatie uit de jaren zestig stelde dat deze schedel behoort aan een Tyrannosaurus die stierf voordat hij volwassen werd. In de jaren tachtig stelden anderen juist dat verschillen tussen de schedel en bekende Tyrannosaurus-exemplaren aantoonden dat dit fossiel een volwassen exemplaar is van een andere soort. Ze noemden die soort Nanotyrannus lancensis. Recenter werk, op basis van andere fossielen, betwistte dit idee weer. Dit werk stelde dat de variatie tussen fossielgroottes voortkomt uit verschillen in leeftijd, niet in soort.
Het debat heeft gevolgen voor de ecologie en diversiteit van dinosaurussen in de periode vlak voordat ze uitstierven. Nu hebben Longrich en paleontoloog Evan Saitta van de Universiteit van Chicago in de Verenigde Staten zes bewijslijnen samengebracht die aantonen dat de kleine fossielen behoren tot de Nanotyrranus. Hun artikel is gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift Fossil Studies.
Ze compileerden onder andere een lijst van meer dan 150 afzonderlijke kenmerken die verschillen tussen de fossielen in kwestie en bekende Tyrannosaurus-fossielen, zoals een smallere snuit en gladdere tanden. Ze beweren dat het onwaarschijnlijk is dat deze kenmerken allemaal veranderen wanneer een jonge Tyrannosaurus ouder wordt.
Groeiringen
De onderzoekers analyseerden ook patronen van groeiringen in botten. Die ringen vormen zich als botten hun groei elk jaar onderbreken. Als de groei van een dier vertraagt, krimpt de afstand tussen de ringen. De onderzoekers vonden een vernauwing van deze ringen, wat volgens hen suggereert dat de kleine fossielen afkomstig zijn van een jongvolwassen Nanotyrannus, in plaats van een jonge Tyrannosaurus rex.
Ze schatten dat deze volwassen Nanotyrannus tussen de 1000 en 2000 kilo woog. Dat is een kwart van de 8000 kilo van een volwassen Tyrannosaurus rex. ‘Hoe je die gegevens ook grafisch weergeeft, het is onmogelijk om dat dier in een Tyrannosaurus rex te veranderen’, zegt Longrich.
Voorhoofdsbeen
Het nieuwste bewijsstuk is een fossiel van een voorhoofdsbeen – dat tussen het oog en de schedel zit. Longrich vond dit fossiel in een archief van het Universiteit van California-Museum voor Paleontologie. De onderzoekers denken dat dit voorhoofdsbeen van een jonge Tyrannosaurus rex is, omdat het op cruciale punten verschilt van de veronderstelde Nanotyrannus-fossielen. Het is kleiner, en heeft de morfologie van de Tyrannosaurus rex, zegt Longrich.
Enkele externe onderzoekers zeggen nog steeds niet overtuigd te zijn dat de kleinere fossielen inderdaad bij een aparte soort horen. ‘Ik heb er geen probleem mee dat Nanotyrannus echt bestaat, als de wetenschap dat aantoont’, zegt paleontoloog Holly Woodward van de Oklahoma State-universiteit. In 2020 onderzocht zij groeiringen die erop wezen dat de fossielen van jonge Tyrannosaurus rex zijn. ‘Ik ben er niet van overtuigd dat hun interpretatie nauwkeuriger is dan de onze’. Een exemplaar van een volgroeide Nanotyrannus zou nodig zijn om de verschillende interpretaties op te lossen, vindt ze.
Paleontoloog Thomas Carr van het Carthage-college in Wisconsin, die al lang beweert dat de fossielen jonge Tyrannosaurus rexen zijn, vindt het voorhoofdsbeen dat in Berkeley gevonden is te onvolledig om hem te overtuigen. ‘Ik neem dit helemaal niet serieus’, zegt hij.
Dino-expert Scott Persons van het College van Charleston in South Carolina is meer te spreken over wat volgens hem een nieuw perspectief is op een lang stagnerende verdeeldheid onder paleontologen. ‘Dit nieuwe artikel zal het debat niet oplossen, maar ik ben optimistisch dat de publicatie de boel flink zal opschudden’, zegt hij.