Plastic afval: onze wateren liggen er vol mee. Tot nu toe dachten we dat slechts tien rivieren verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van het plastic dat de oceaan bereikt. Nu blijken dat er een stuk of duizend, zo berekenden Lourens Meijer van The Ocean Cleanup en zijn collega’s.
Jullie zijn The Ocean Cleanup. Waarom die aandacht voor rivieren?
‘Volgens ons is de oplossing tweeledig: aan de ene kant moet je het plastic opruimen dat zich al in de oceaan bevindt, aan de andere kant moet je ervoor zorgen dat er minder of geen plastic meer via rivieren de oceaan instroomt. Anders is het natuurlijk dweilen met de kraan open.’
Eerder was vastgesteld dat tien rivieren verantwoordelijk waren voor het gros van al het plastic in de oceaan. Nu blijken dat er duizend. Hoe kon men er zo naast zitten?
‘Toen dat getal werd vastgesteld een aantal jaar geleden was er veel minder velddata beschikbaar over macroplastics. Die modellen waren dus gebaseerd op data over voornamelijk microplastics. Microplastics zijn zo klein dat ze relatief weinig hinder ondervinden onderweg, en enorme afstanden kunnen afleggen, zeker in grote rivieren als de Nijl en de Yangtze. Dat gaat niet op voor macroplastics. Die hebben een veel grotere kans ergens achter te blijven haken.
‘Pijn werkt verschillend bij mannen en vrouwen’
Mannen en vrouwen ervaren pijn op een verschillende manier. Artsen moeten zich hier meer van bewust zijn, stelt Esmeralda Blaney Davidson.
Wij hebben niet alleen gekeken naar de hoeveelheid macroplastics, maar ook waar ze in de natuur belanden en wat de afstand is tot de dichtstbijzijnde rivier en riviermonding. Als het plastic maar een heel klein stukje hoeft te stromen naar zee, dan is de kans groter dat het ook daadwerkelijk in zee terechtkomt.
Terwijl wij veldwerk aan het doen waren, waren ook andere mensen bezig met veldwerk en zo kwam er steeds meer data vrij van macroplastics in rivieren. Zo konden we ons model ook controleren en bleek dat het best goed presteerde. Dat sterkt ons in het idee dat het inderdaad wel meer dan tien rivieren moet zijn.’
Dat klinkt als een enorme operatie; die data is echt met veldwerk verzameld?
‘Ja, zeker, niet alleen door onszelf. Er kwamen ook steeds meer studies uit over hoe je dat nou eigenlijk moet doen, data verzamelen over macroplastics in rivieren. Hierdoor werd de data ook veel meer vergelijkbaar. Hoe het werkt: je gaat op een brug staan met een aantal onderzoekers, in een land van interesse, zeker tien dagen, maar het liefst meerdere weken. En dan schrijf je op hoeveel plastic je voorbij ziet drijven op een dag.’
Wordt het plasticprobleem hierdoor overzichtelijker of minder overzichtelijk?
‘Tien rivieren betekent ook maar tien projecten, dat klinkt overzichtelijk. Tegelijkertijd voelen veel mensen op hun klompen aan dat het onwaarschijnlijk is dat het maar tien rivieren zijn. Ik denk dat meer mensen zich in dit nieuwe getal kunnen vinden. Het resultaat is ook dat je meer kleinere projecten legitimeert: die dragen dus allemaal bij aan de oplossing.’
Hoe lossen we dat probleem op?
‘Onze rivierplasticopruimer, de Interceptor, is inmiddels operationeel in vier verschillende landen. Het is een heel goed apparaat, die op bepaalde rivieren zeker kan bijdragen aan het terugdringen van plasticemissies. Maar de Interceptor is zeker niet de oplossing voor álle rivieren. Doordat rivieren zo verschillend zijn, hebben we ook veel verschillende oplossingen nodig. Om alle rivieren aan te pakken moet iedereen helpen.’