De sterrenkundige soap rond KIC 8462852 duurt voort. Twee astronomen zijn elkaar in de haren gevlogen over of de mysterieuze ster de afgelopen honderd jaar wel of niet zwakker is gaan stralen.
Ster KIC 8462 houdt de gemoederen al maanden bezig. Het begon allemaal toen enkele amateurastronomen, onder wie de Nederlander Abe Hoekstra, ontdekten dat de helderheid van de ster op ongewone wijze varieert. Al snel volgde een batterij aan publicaties met mogelijke verklaringen, waarvan die van de Amerikaan Jason Wright het meest in het oog sprong. Hij stelde dat het vreemde signaal veroorzaakt kan zijn door een Dysonbol: een reusachtig bouwsel van aliens, die het sterlicht opvangen om energie te winnen.
Het signaal kon volgens astronomen van Yale University echter ook veroorzaakt worden door een passerende zwerm van kometen. Deze verklaring werd alom beschouwd als meest plausibel, totdat Bradley Schaefer van de Louisiana State University in januari een nieuwe steen in de vijver wierp. Hij had foto’s van de sterrenhemel uit het Harvard-archief bestudeerd, en concludeerde dat KIC 8462 gedurende de afgelopen eeuw 20 procent zwakker is gaan stralen. Deze geleidelijke afname kan, in tegenstelling tot de kortstondige variaties, niet verklaard worden door een kometenzwerm, zodat de discussie over buitenaardse bouwwerken weer oplaaide.
Thomas Hertog werkte samen met Stephen Hawking en onderzoekt de oerknal
Tijd en natuurwetten zijn voortgekomen uit de oerknal, in een chaotisch proces van toevalligheden, zegt theoretisch natuurkun ...
Beginnersfouten
Tot zover de achtergrond, nu komen we bij de huidige ruzie. De Duitse data-analist Michael Hippke plaatste vorige week een artikel op voorpublicatiesite arXiv met de titel ‘KIC 8462852 did likely not fade during the last 100 years’. Hij veegt hierin de vloer aan met het resultaat van Schaefer. Hippke stelt dat de helderheidsafname van KIC 8462 die op de foto’s te zien is, resulteert uit verkeerde ijking van de foto’s. Een fout in de data dus, geen Dysonbol of andere exotisch sterrenkundig fenomeen.
Schaefer was zacht gezegd niet blij met dit artikel. Enkele uren na het verschijnen ervan plaatste hij een woedende blog op sterrenkundesite Centauri Dreams. Daarin stelt hij dat Hippkes conclusie gebaseerd is op twee ‘verschrikkelijke beginnersfouten’. Ten eerste zou Hippke in zijn onderzoek foto’s van verschillende kleuren ten onrechte op één hoop hebben gegooid. Ook stelt Schaefer dat Hippke foto’s in de analyse meenam waarvan al bekend was dat ze onbruikbaar zijn.
Peerreview
Deze twee ‘blunders’ leidden volgens Schaefer tot de conclusie dat elke ster op de Harvard-foto’s de afgelopen eeuw zwakker is gaan stralen. Als tegenargument daarvoor noemt hij enkele sterren die aan de hemel vlakbij KIC 8462 staan, maar op de foto’s geen afname in helderheid vertonen. Er is dus wel degelijks iets vreemds aan de hand met deze ster, stelt Schaefer.
Het wachten is nu op het resultaat van de peerreview van Hippkes artikel. Tot die tijd zullen de astronomen nog wel even bekvechten over de grootste soapster in de kosmos.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees verder: