We moeten serieus rekening houden met de kans op een zware aardbeving, zeker als we denken aan ondergrondse opslag van energie of kernafval. Dat stelt Ronald van Balen, hoogleraar kwartairgeologie aan de Vrije Universiteit van Amsterdam.

De Chūetsu-aardbeving in Japan had een sterkte van 6.8 op de schaal van Richter. Bron: Wikimedia Commons
Forse aardbevingen kunnen ook in Nederland voorkomen.
Bron: Wikimedia Commons

Vanwaar uw fascinatie voor de Kwartaireperiode?
‘Die periode is 2,6 miljoen jaar geleden begonnen en duurt nog voort. In deze periode is de ondergrond van ons land opgebouwd. Het leuke is dat er veel zaken tegelijkertijd speelden. Neem de evolutie van de mens en de talloze klimaatwisselingen die er zijn geweest. De gevolgen hiervan zijn nog goed zichtbaar in de ondergrond. Van oudere tijdschalen zijn de bewijzen allang vervaagd.’

Welk type onderzoek doet u?
‘Ik bestudeer fossiele aardbevingen in Zuid-Nederland, met name langs de Peelrandbreuk in Brabant en Limburg. Maar ook naar de leefwijze van neanderthalers, een vroege mensensoort. En ik doe onderzoek naar de glaciale geschiedenis van ons land, toen ons land met ijs was bedekt. We willen weten wat zich toen precies heeft afgespeeld.’

Is het aardse magneetveld de weg kwijt?
LEES OOK

Is het aardse magneetveld de weg kwijt?

Volgens sommigen kan het aardmagneetveld elk moment omkeren. Is er reden tot zorg?

Hoe werkt de aarde?
LEESTIP Hoe werkt de aarde? Een nieuwe kijk op het binnenste van onze planeet. Van € 49,95 voor € 19,95 Bestel in onze webshop

Wie heeft baat bij uw onderzoeksresultaten?
‘Informatie over de bodemsamenstelling helpt projectontwikkelaars en planologen weloverwogen keuzes te maken voor zandwinningslocaties, landinrichting en bouwplannen. Voorspellingen van grondwaterstromingen, die afhangen van het soort sediment in de grond en eventuele breuklijnen, zijn belangrijk voor drinkwaterwinning. Grondwaterbewegingen zijn ook interessant voor waterschappen. Rijkswaterstaat kan informatie over bodemdaling en zeespiegelstijging gebruiken voor kustverdedigingsplannen tegen hoog water.

Wat is dreigender: bodemdaling of zeespiegelstijging?
‘Zonder meer de zeespiegelstijging. De bodem daalt, waardoor de zee relatief stijgt, maar daarnaast is er ook een absolute toename van de hoeveelheid water in de zeeën. Die absolute stijging is gaande door de klimaatverandering. Dat is voor Nederland een reëel gevaar.’

U beweerde ooit dat een zware aardbeving mogelijk is in Nederland.
‘Net zoals de overheid een kans hanteert van een overstroming door rivieren van eens in de twaalfhonderd jaar is er op die tijdschaal kans op een forse aardbeving. Daar moeten we serieus rekening mee houden, zeker als we denken aan ondergrondse opslag van energie of kernafval.’

Kaart van de belangrijkste tektonische structuren in de ondergrond van zuidwestelijk Nederland, noordoostelijk België en het westen van Noordrijn-Westfalen.
Kaart van de belangrijkste tektonische structuren in de ondergrond van zuidwestelijk Nederland, noordoostelijk België en het westen van Noordrijn-Westfalen. Bron: Woudloper, via Wikipedia

Waar is die kans het grootst?
‘Rond de Peelrandbreuk in Zuid- Limburg, die zorgt voor natuurlijke aardbevingen. Iedereen herinnert zich de beving van 1992 bij Roermond. De Feldbissbreukzone, in het noorden van Limburg, is een andere breuklijn. Dat zijn de twee belangrijkste, maar er zijn er meer.’

Vorige week stortte een auto in een verdwijngat in Breda, ontstaan door een gesprongen waterleiding. Kan dat ook komen door opgelost kalksteen, zoals in Florida regelmatig gebeurt?
‘Niet in de buurt van Breda. Wel in Zuid-Limburg en in de buurt van Winterswijk, omdat daar kalkzandsteen in de grond zit. Maar die steensoort is daar minder goed oplosbaar dan bij die spectaculaire voorbeelden in Florida en Oost-Frankrijk. Bij ons is de kalkzandsteen harder en het klimaat minder geschikt voor dit soort verschijnsel. Er moet namelijk veel warm, zurig water door de kalklaagstromen en dat gebeurt in Nederland niet.’

U doet ook onderzoek in Drenthe naar de neanderthalers die daar tijdens de laatste ijstijd hebben geleefd. Wat heeft u tot nu toe ontdekt?
‘We hebben vastgesteld dat werktuigen, zoals vuistbijlen, weliswaar werden gemaakt van stenen uit de lokale omgeving, maar niet van de plek waar ze leefden. Kennelijk hadden ze ateliers waar ze werktuigen maakten en vervolgens ook weer achterlieten. Dat is heel bijzonder. Meestal vinden we vuistbijlen en ander gereedschap her en der weggegooid, toen ze niet meer voldeden.’

‘Ook hebben we geleerd hoe het landschap er destijds moet hebben uitgezien. Dat is af te leiden uit het sediment waarin de artefacten van die tijd voorkomen. Uit restanten stuifmeel weten we welke planten in het landschap stonden.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief. 

Lees ook: