‘De kiezer radicaliseert mee,’ zegt hoogleraar electorale politiek Jean Tillie. Vandaag verschijnt zijn boek Rumoer, over de Nederlandse politiek na 1998.

Uw boek behandelt de politiek tussen 1998 en 2012. De opkomst en neergang van de LPF, twee politieke moorden, de gevolgen van 9/11. Voor u als politicoloog moet dat een interessante periode zijn.
‘Inderdaad, en we zitten er nog steeds een beetje in. In 1998 werden de verkiezingen overbodig verklaard, omdat het goed ging met Nederland en de politieke verhoudingen stabiel bleven. Toen meldde Pim Fortuyn zich aan het politieke front en hij sprak over ‘de puinhopen van Paars’. Achteraf gezien klopte het niet wat hij zei, maar hij vond wel gehoor bij een grote groep kiezers, die hij vervolgens mobiliseerde. Dat had ­niemand verwacht.’

De politiek wordt aan de hand van het Nationaal ­Kiezersonderzoek geduid. Hoe ontstond het idee?
‘Rond elke Tweede Kamerverkiezingen wordt het Nationale Kiezersonderzoek (NKO) uitgevoerd en daar vloeit meestal een boek uit voort. In 2010 was er wel een onderzoek geweest, maar het boek is nooit verschenen. Toen kwam 2012 eraan en ik was inmiddels, samen met mede­auteur Henk van der Kolk, directeur geworden bij het NKO. Toen ontstond het idee voor boek over deze periode van 1998 tot 2012.’

'Stel een leeftijdsgrens in voor euthanasie bij psychisch lijden'
LEES OOK

'Stel een leeftijdsgrens in voor euthanasie bij psychisch lijden'

We moeten terughoudender zijn met het aanbieden van euthanasie bij psychisch lijden, stelt psychiater Jim van Os. Vooral bij jonge mensen.

Jean Tillie in 2016. Foto: Bob Bronshoff
Jean Tillie: ‘De kiezer beweegt zich langs twee dimensies: je bent links of rechts.’ Foto: Bob Bronshoff.

Het ging goed maar toch heerste er grote onvrede.
‘Er werd door Fortuyn en nu door Geert Wilders een groep kiezers gemobiliseerd die anders niet naar de stembus gingen. Dat waren en zijn ­cynische, meestal laagopgeleide kiezers, die ­helemaal niet in beeld waren. Ik zie ze als vergeten kiezers, die ook al waren vergeten ten tijde van Hans Janmaat.’

Hoe zou u deze groep eens karakteriseren?
‘Ze zijn de verliezers van de globalisering. Deze groep mensen kan niet mee in de moderne ontwikkeling. Hun banen staan onder druk en de wijk waarin ze wonen verpaupert. Dat deze verliezers van de globalisering naar buiten komen, is goed voor de democratie. Eerst waren ze niet in beeld en nu zijn ze gemobiliseerd. Daarom vind ik de PVV ook goed voor de democratie.’

Liever rumoer als teken van democratisch leven dan de stilte van het democratische kerkhof, schrijft u ergens aan het einde van uw boek.
‘Zeer zeker! We zitten in een democratisch feest.’

Ziet u dat ook echt zo?
‘Ja. Maar ik draai de vraag liever om: waarom zien bepaalde mensen dat niet zo? Omdat het democratisch feest gevierd wordt door mensen waar zij niet bij horen. Dit is het feestje van mensen die tegen migratie zijn en tegen Europa zijn.’

Wat zijn nadelen van dit democratische feest?
‘Als je ziet hoe deze groep naar de politiek kijkt, dan is er geen middenweg. Het is de PVV tegen de rest van alle partijen. Ze hebben een radicaal beeld van de politiek. De nuance ontbreekt en in hun visie is er geen onderscheid tussen ‘de andere’ partijen.’
‘De PVV radicaliseert en deze kiezer radicaliseert mee. Hun politieke beeld is dichotoom: of je bent goed, of je bent fout. Ik doe ook onderzoek naar radicalisme en een van de kenmerken van radicalisme is zwart-wit denken. Daar word ik een beetje zenuwachtig van.’

Is het ook gevaarlijk?
‘De PVV is een radicale partij. Dat kan. Je kan radicaal zijn in een democratie, daar heb ik geen probleem mee. Maar je wilt geen extremisme, want dat is geweld. Niet iedere radicaal is extremist, maar iedere extremist is wel radicaal.’

Bent u bang dat radicalisme over zal gaan in extremisme?
‘Nog niet.’

In het boek beschrijft u een tijdbestek van veertien jaar. Wat was daarin de interessantste periode?
‘In het boek behandelen we drie thema’s: ­Europa, migratie en economie. In het begin van de periode had iedereen een mening over deze drie thema’s, maar ze waren niet gekoppeld. Je kon tegen Europa zijn, maar voor migratie. Gedurende de periode zijn integratie en Europa met elkaar verbonden. Als je nu bijvoorbeeld ­tegen vluchtelingen bent, ben je ook tegen ­Europa. Dat was vroeger niet zo. De kiezer ­beweegt zich langs twee dimensies: je bent links of rechts en je bent voor of tegen migratie.’

Hoe groot is achteraf beschouwd de invloed van Pim Fortuyn geweest?
‘Groot. Hij heeft dingen op de kaart gezet waar we nu over discussiëren. Hij heeft het feestje gestart en toen werd hij vermoord.’

In 2004 scheidde Wilders zich af van de VVD en startte hij de PVV.
‘Wilders wilde niet dat Turkije in de EU zou komen. Dat vindt hij nog steeds. Wilders is authentiek en retorisch sterk. En al in 2004 voelde hij: hier zit een electoraat.’

Immigratie, integratie en islam spelen sinds 2002 een belangrijke rol in het debat, hoewel ­kakofonie een betere typering is, schrijft u.
‘Bij een debat zeg jij iets en dan zeg ik dat ik het er niet mee eens ben en dan gaan we discussiëren. Je erkent elkaar als onderdeel van het ­debat. Dat gebeurt nu totaal niet. Als jij iets zegt waar ik het niet mee eens ben, dan zeg ik dat jij een klootzak bent en beroep ik me vervolgens op mijn vrijheid van meningsuiting. Dat is natuurlijk lastig discussiëren.’

Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief. 

Lees verder: