Eén van de twee manen van Mars krijgt binnenkort wellicht bezoek. De Japanse ruimtevaartorganisatie JAXA heeft besloten om in 2024 een rover naar Phobos of Deimos te sturen. Welke van de twee manen het wordt, ligt nog niet vast.
Tot nu toe hebben we geen enkel voertuig laten landen op een van de kleine manen. Wel hebben we via satellieten rond Mars foto’s gemaakt van hun oppervlak.
In de missie Martian Moons eXploration (MMX) moet een ruimteschip rond beide manen een baan draaien. Het plan is dat de sonde in 2025 een baan rond Mars inneemt en in 2029 monsters van de manen naar de aarde terugbrengt. Daarnaast werkt JAXA samen met de Duitse en Franse ruimtevaartorganisaties aan de bouw van een rover die een van beide manen gaat verkennen. Dat zal de eerste rover zijn die op een andere maan dan de onze landt.
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
‘Ik gok dat ze naar Phobos gaan, tenzij er een of andere bouwkundige reden is om daar geen ruimteschip heen te sturen. Zo niet, dan is dat een groter doelwit met meer zwaartekracht’, zegt Tim Glotch van de Stony Brook University in New York.
Aardappelachtig
Als de keuze inderdaad op Phobos valt, kan dat ons helpen om de raadselachtige oorsprong van deze maan te verhelderen. Daarover zijn twee theorieën in zwang. Phobos is ofwel gevormd toen een object op Mars insloeg, of het is een ingevangen planetoïde. ‘Als je hem spectroscopisch analyseert, blijkt zijn materiaal vergelijkbaar met een koolstofhoudend type meteoriet, chondrieten, afkomstig van planetoïden’, zegt Glotch. Ook heeft Phobos een vreemde aardappelachtige vorm die doet denken aan enkele planetoïden die we hebben gezien.
Volgens Glotch maakt de precieze baan van Phobos het echter vrijwel onmogelijk dat die is ingevangen als die vanuit de planetoïdengordel afkomstig was. Bovendien wijzen bepaalde gegevens erop dat de maan qua samenstelling vergelijkbaar is met Mars, al zijn die gegevens niet doorslaggevend.
‘Een rover zou een monster van de stenen kunnen nemen en ons zo vertellen waaruit het oppervlak bestaat. Als dat mineralen bevat die vergelijkbaar zijn met die in de Marskorst ondersteunt dat het idee van de inslag. Als het oppervlak mineralen bevat die meer lijken op die in koolstofhoudende chondrieten, is het eerder een ingevangen planetoïde’, zegt Glotch.
Fijnkorrelig
In tegenstelling tot de planetoïden Bennu en Ryugu, de twee ruimterotsen waar Japan kortgeleden verkenningsmissies naartoe heeft gestuurd, is Phobos voor zover we weten niet bijster rotsig. ‘Hij is voornamelijk bedekt met fijnkorrelig materiaal dat landen een beetje makkelijker maakt. Dat zou je relatief simpel moeten kunnen doorkruisen, en er zijn meer dan genoeg plekken waar je veilig op kunt landen’, zegt Glotch.
Kennis over de samenstelling van deze manen zal ons meer vertellen over hoe het zonnestelsel is gevormd. Ook kan het van pas komen bij toekomstige bemande missies naar Mars.
‘In sommige van de plannen om uiteindelijk mensen naar Mars te sturen, is Phobos een tussenstation. Als het veel vluchtige elementen blijkt te hebben, zouden we er water aan kunnen onttrekken om brandstof te genereren. Dat zou menselijke expedities naar Mars kunnen ondersteunen’, zegt Glotch.