De Zuilen der Schepping zijn enorme torens van gas en stof waarin nieuwe sterren ontstaan. Ruimtetelescoop James Webb heeft dwars door deze wolken heen gekeken om de piepjonge sterren in beeld te brengen.

De James Webb-ruimtetelescoop (JWST) heeft ons beeld van de iconische Zuilen der Schepping veranderd. Deze torenhoge wolken van stof en gas, ook wel Pilaren der Creatie genoemd, bevinden zich 6500 lichtjaar van ons vandaan in de Adelaarsnevel. Op de klassieke beelden van de Hubble-ruimtetelescoop zien ze eruit als ondoordringbare kosmische stalagmieten. De JWST-beelden onthullen nu de sterren die zich aan de binnenkant vormen.

jwst zuilen der schepping
Het JWST-beeld van de iconische Zuilen der Schepping. Beeld: NASA, ESA, CSA, STScI; J. DePasquale, A. Koekemoer, A. Pagan (STScI).

De reden dat de JWST door het stof heen kan kijken, is dat hij infrarood licht waarneemt. Zijn voorganger Hubble meet daarentegen over het algemeen alleen zichtbaar licht. Infrarood licht dringt door de wolken van stof en gas heen. Zo toont het de jonge sterren die zich in deze stellaire kraamkamer hebben gevormd of nog aan het vormen zijn.

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
LEES OOK

‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’

Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.

Schokgolven

Veel van de helderste sterren op deze foto hebben zich pas onlangs in de pilaren gevormd en vervolgens het omringende gas weggeblazen. Sommige van deze heldere sterren zijn omgeven door acht lichtpieken. Die worden veroorzaakt doordat het extreem felle sterlicht tegen de randen van de JWST-spiegels weerkaatst.

De donkere lijnen aan de randen van de wolken zijn afkomstig van nog jongere sterren. Die zijn pas een paar honderdduizend jaar geleden ontstaan. Als dit soort sterren zich vormen, stoten ze plasmastralen uit. Die stralen botsen tegen het omringende gas en stof. Zo creëren ze schokgolven, die zich door de wolk voortplanten en gaandeweg meer materiaal oppikken.

Door deze jonge sterren rechtstreeks te observeren, komen we meer te weten over het proces van stervorming: hoe stof en gas bijeenkruipen en vervolgens tot sterren ineenstorten. Ook kunnen we zien wat er gebeurt met pasgeboren sterren in dit gebied, en hoe ze uit de pilaren tevoorschijn komen.