Ontstekingen tijdens de zwangerschap, bijvoorbeeld als gevolg van griep, kunnen tot veranderingen leiden in de hersenen van het kind. Die veranderingen zouden later de cognitieve vaardigheden van het kind kunnen beïnvloeden, blijkt uit onderzoeken waarbij de gezondheid van zwangere vrouwen en hun baby’s werd gevolgd.
Hieruit blijkt eens te meer hoe belangrijk het is dat zwangere vrouwen hun best doen om infecties te voorkomen, zegt Bradley Peterson, verbonden aan het kinderziekenhuis in Los Angeles. Aanstaande moeders doen er bijvoorbeeld goed aan zich te laten vaccineren tegen de griep en grondig hun handen te wassen.
Ieder mens een persoonlijk dieet
Gezondheidseconoom Milanne Galekop onderzocht gepersonaliseerde diëten. Zijn die echt de moeite en de kosten waard?
Sommige microben kunnen een foetus direct infecteren en op die manier ontwikkelingsproblemen veroorzaken. Het zikavirus lijkt bijvoorbeeld in staat om hersencellen in de baarmoeder te infecteren. Er zijn ook aanwijzingen dat infecties bij de moeder de foetus indirect beïnvloeden, doordat het immuunsysteem van de vrouw extra actief wordt. Zo komt schizofrenie bijvoorbeeld vaker voor bij mensen die vlak na de wereldwijde griepepidemie van 1975 zijn geboren.
Sommige eerdere onderzoeken duiden erop dat griep de kans op een kind met schizofrenie verhoogt van 1 tot wel 7 procent. Infecties zijn ook gelinkt aan een hogere kans op autisme, ADHD en depressie. Helemaal onomstreden zijn deze studies echter niet. Onder wetenschappers was er daarom tot dusver veel discussie of infecties in zwangere vrouwen echt de hersenen van hun kinderen beïnvloeden.
Breinveranderingen
In 2010 bleek uit onderzoek bij verschillende dieren – waaronder apen – dat infecties tijdens de zwangerschap kunnen leiden tot veranderingen in het brein van hun nakomelingen. Zo waren sommige delen van de hersenen kleiner. Veranderingen in het brein waren ook te zien bij dieren die geïnjecteerd werden met de moleculen waarmee het immuunsysteem communiceert. Dat suggereert dat de hersenenveranderingen het gevolg zijn van de ontsteking en de immuunreactie van het lichaam daarop, en niet van de ziekmaker zelf.
Om te zien of dat bij mensen ook gebeurt, volgden Damien Fair en zijn collega’s 46 vrouwen tijdens hun zwangerschap en de eerste jaren daarna. Tijdens de zwangerschap maten ze de hoeveelheid van het signaalmolecuul interleukine-6 in hun bloed. Dit molecuul is betrokken bij de reactie van het immuunsysteem op infecties. Daarmee is het een maat voor de hoeveelheid ontstekingen in het lichaam.
Het team van de Oregon Health & Sciences University in de VS scande ook de hersenen van de baby’s vlak na de geboorte en liet de baby’s testjes doen. Na twee jaar testten ze hun geheugen met een spelletje waarbij de kinderen moesten onthouden in welke van verschillend gekleurde potjes stickers verstopt zaten. Peuters deden het slechter in deze geheugentest wanneer hun moeder tijdens de zwangerschap hoge ontstekingswaarden had.
De onderzoekers zagen ook dat het brein van deze kinderen toen ze vier weken oud waren anders was dan dat van kinderen wier moeder weinig ontstekingen had gehad. Ze hadden andere verbindingspatronen tussen de delen van hun brein die betrokken zijn bij het geheugen, onder andere in een netwerk dat betrokken is bij het richten van je aandacht op belangrijke dingen. Dit netwerk staat bekend als het saliencenetwerk, afgeleid van het Engelse salient, dat zoiets betekent als ‘opvallend’ of ‘in het oog springend’.
Betere prestaties
Niet elk onderzoeksresultaat komt hiermee overeen. In maart verscheen een studie van Petersons team waarbij 21 zwangere tieners en hun baby’s gevolgd werden. Hoewel uit dit onderzoek ook bleek dat een hoger ontstekingsniveau tijdens de zwangerschap gelinkt is aan andere hersenverbindingen in het saliencenetwerk bij baby’s van een paar weken oud, leek dit geen negatief effect te hebben. Toen de onderzoekers de kinderen op eenjarige leeftijd testten, hadden deze peuters betere cognitieve vaardigheden dan die van moeders met lagere ontstekingsniveaus tijdens de zwangerschap.
Mogelijk is dat zo omdat het foetusbrein de schade die de infectie veroorzaakt probeert te compenseren op zo’n manier dat bepaalde cognitieve vaardigheden erop vooruitgaan, zegt Peterson. ‘Als er een probleem is in één deel van het systeem, gaan andere stukjes extra hun best doen om het geheel weer recht te breien’, zegt hij.
Hoewel het dus nog niet helemaal duidelijk is wat de invloed is van de ontstekingen op de cognitieve vaardigheden, laten de studies in mensen en dieren wel degelijk zien dat er veranderingen optreden in de hersenscans, aldus Peterson.
Mis niet langer het laatste wetenschapsnieuws en meld je nu gratis aan voor de nieuwsbrief van New Scientist.
Lees verder: