Uit een analyse van verwante woorden in 161 talen blijkt dat deze talen zo’n 8000 jaar geleden gezamenlijk zijn ontsproten in het Midden-Oosten. Deze conclusie wordt ondersteund door DNA-bewijs.

De gemeenschappelijke voorouder van alle Indo-Europese talen, gesproken door bijna de helft van de huidige wereldbevolking, rolde ongeveer 8000 jaar geleden van de tong in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Dat volgt uit een analyse van verwante woorden.

Van Indo-Europese talen, variërend van Nederlands en Engels tot Sanskriet, wordt al lang gedacht dat ze een gemeenschappelijke voorouder hebben. De eerste taalkundige die deze link legde, William Jones, zei in een lezing in 1786 dat geen enkele taalkundige de talen Grieks, Latijn en Sanskriet in hun gezamenlijkheid kan onderzoeken ‘zonder te geloven dat ze zijn voortgekomen’ uit een gemeenschappelijke voorouder.

Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
LEES OOK

Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw

Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...

Steppe- en landbouwhypothese

Maar onderzoekers kunnen het maar niet eens worden over het oorsprongsverhaal van deze zogenaamde proto-Indo-Europese taal, zegt taalkundige Paul Heggarty van de Pauselijke Katholieke Universiteit van Peru. Twee hypothesen voeren de boventoon, zegt hij.

De eerste suggereert dat de taal ergens na 6500 jaar geleden is ontstaan in het steppegebied ten noorden van de Zwarte Zee. Het zou zich vervolgens hebben verspreid over Europa en delen van Azië met de domesticatie van paarden.

De tweede hypothese, bekend als de landbouwtheorie, stelt dat de taal al veel eerder werd gesproken. Hij zou al 9500 jaar geleden zijn ontstaan, in het noorden van de Vruchtbare Sikkel, een gebied dat tegenwoordig in Zuidoost-Turkije en Noordwest-Iran ligt. De taal verspreidde zich dan naar andere regio’s met de opkomst van de landbouw.

Gedeelde patronen

Om deze hypothesen te testen, creëerden Heggarty en zijn collega’s een database met 170 woorden zoals ‘nacht’ en ‘vuur’ in 161 Indo-Europese talen. Daarvan waren 52 niet-moderne talen, zoals het Oudgrieks.

Door gedeelde patronen tussen de woorden te analyseren, konden de onderzoekers inschatten hoe verwant de talen aan elkaar zijn en wanneer een taal zich splitste in twee nieuwe talen. ‘Talen hebben niet echt een geboortedatum, maar je kunt wel zien waar een splitsing optreedt’, zegt Heggarty. ‘Engels is verwant aan Duits, maar deze lijnen zijn ongeveer 2000 jaar geleden van elkaar gescheiden.’

Met behulp van deze analyse schat het team dat de oorsprong van alle Indo-Europese talen teruggaat tot ongeveer 8100 jaar geleden. Er is een goede kans dat deze oertaal is ontstaan in de Vruchtbare Sikkel, zoals verondersteld door de landbouwtheorie, zeggen de onderzoekers. De landbouwtheorie zegt echter ook dat er een nauw verband zou moeten bestaan tussen Indo-Iraanse talen zoals Hindi en Balto-Slavische talen zoals Lets. Hiervoor vond de studie alleen geen duidelijk bewijs.

Massale migratie

In plaats daarvan denken de onderzoekers dat Indo-Europese talen zich vanuit de Vruchtbare Sikkel in meerdere richtingen hebben verspreid. ‘Een van die richtingen bracht de taal naar de steppe, en van daaruit was er een secundaire uitbreiding naar Europa’, zegt Heggarty.

De onderzoekers denken dat deze Europese expansie dateert van ongeveer 5000 jaar geleden, zoals de steppehypothese zegt. Dit idee wordt ondersteund door gegevens uit oeroud DNA. Hieruit volgt namelijk dat er rond die tijd massale migratie vanuit het steppegebied naar Europa plaatsvond. Het onderzoeksteam vermoedt dat de Indo-Iraanse tak van de taal eerder, zo’n 7000 jaar geleden, afbrak.

Welkome database

Dit nieuwe ‘hybride’ idee bevat zowel aspecten van de steppe- als de landbouwhypothese. ‘Dit is het beste raamwerk dat we nu tot onze beschikking hebben, terwijl we steeds meer informatie binnenkrijgen, vooral in de vorm van oud DNA’, zegt Heggarty.

Taalkundige James Clackson van de Universiteit van Cambridge in het Verenigd Koninkrijk zegt dat met dit onderzoek het laatste woord over de oorsprong van de Indo-Europese taalfamilie waarschijnlijk nog niet gesproken is, maar dat het wel een stap in de goede richting is. ‘De openbare database met woordbetekenissen die ze hebben gemaakt is bijzonder welkom. Ik ben de auteurs dan ook erg dankbaar’, zegt hij.