De gigantische ster HR 8752 onthult de ontbrekende schakel in de evolutie van hyperreuzen. De ster vertoonde de afgelopen tientallen jaren extreem veel activiteit.
Waarnemingen aan HR 8752 werpen een licht op de tot nog toe raadselachtige evolutie van hyperreuzen. Dertig jaar lang keken sterrenkundigen naar de extreem heldere ster. Ze zagen dat de oppervlaktetemperatuur in deze tijd zo’n 3000⁰C toenam – veel meer dan de wetenschappers verwachtten.
Hyperreuzen zijn extreem heldere en zware sterren. Ze kunnen een miljoen keer helderder zijn dan de zon, en honderden keren groter en zwaarder. Een typische temperatuur voor een hyperreus is 5000⁰C. Wanneer een hyperreus aan het einde van zijn leven komt, neemt deze temperatuur gestaag toe totdat de ster uiteindelijk explodeert. Hyperreuzen met een oppervlakte temperatuur tussen 5000 en 12.000⁰C konden sterrenkundigen echter bijna nooit vinden. Het temperatuurgebied staat daarom bekend als de Gele Evolutionaire Leegte.
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
In de jaren tachtig kwamen Europese sterrenkundigen HR 8752 op het spoor, een hyperreus die op het punt stond de Gele Leegte te betreden. Dertig jaar lang hield een internationaal onderzoeksteam de ster nauwlettend in de gaten. Zij ontdekten dat een hyperreus in de Gele Leegte roerige tijden doorstaat. Boven de 5000⁰C is de buitenwaartse druk in de steratmosfeer sterker dan de zwaartekracht, waardoor de druk een groot deel van de atmosfeer de ruimte inblaast. Bij een temperatuur van 8000⁰C bereikt de hyperreus een ‘pauze’, waarin hij tijdelijk weer stabiel is.
In dertig jaar tijd verloor HR 8752 een groot deel van zijn materie. In 1980 had de ster een straal die 750 keer zo groot was als die van de zon. Tegenwoordig is hij tot ongeveer de helft gekrompen. Ook doorstond de hyperreus een heftige temperatuurtoename, tot de grens van 8000⁰C een rustige periode inluidde. Deze revolutionaire veranderingen zijn in astronomische termen in een oogwenk gebeurd.
De waarnemingen vormen het eerste praktijkbewijs over deze fase in de evolutie van hyperreuzen. ‘Onze waarnemingen vormen in feite een sterke bevestiging van het theoretische onderzoek aan de Gele Evolutionaire Leegte’, meldt hyperreus-expert Kees de Jager in een persverklaring van SRON. De onderzoekers hebben al een paar andere hyperreuzen op het oog voor vervolgonderzoek.