De komende weken ondergaat de belangrijkste ruimtetelescoop een opknapbeurtje.
Op vrijdagmorgen 1 maart vertrekken om 6.22 uur lokale tijd zeven astronauten vanaf het Kennedy Space Center in Florida voor een servicebeurt richting de Hubble Space Telescope.
De Hubbletelescoop is een samenwerkingsproject van de Europese (ESA) en Amerikaanse ruimtevaartorganisaties (NASA). Zij lanceerden de telescoop in 1990. Sindsdien bewijst hij zijn grote wetenschappelijke waarde door ongekend scherpe beelden van ver weg gelegen objecten in het heelal te leveren.
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
Elke paar jaar bezoeken astronauten de ruimtetelescoop voor onderhoud en opwaardering van zijn systemen. Inmiddels is de telescoop toe aan zijn vierde opknapbeurt. Tijdens vijf ruimtewandelingen zullen de astronauten het kapotte koelsysteem van Hubbles infraroodcamera vervangen en een nieuwe digitale camera installeren, de Advanced Camera for Surveys. Deze camera bestrijkt een tweemaal zo groot gebied en is vijf keer zo gevoelig als de voorgaande instrumenten. Wetenschappers gaan hiermee de aard en verdeling van sterrenstelsels bestuderen en weersverschijnselen op planeten vastleggen.
Het belangrijkste onderdeel van de servicemissie is de vervanging van Hubbles huidige zonnepanelen door krachtiger exemplaren. De nieuwe panelen werden getest in het European Space Research and Technology Centre in het Nederlandse Noordwijk. Dit is de enige faciliteit ter wereld die deze tests kan uitvoeren. De vervanging is een lastige operatie. Om in de laadruimte van de Shuttle te passen, moeten de astronauten de oude panelen oprollen. Mocht dit niet lukken, dan laten ze ze achter in de ruimte. De nieuwe zonnepanelen leveren ruim twintig procent meer vermogen, waardoor astronomen voor het eerst alle vier Hubble-instrumenten tegelijk kunnen gebruiken.
De Hubbletelescoop zal zeker tot 2010 in bedrijf blijven. Daarna volgt de nog krachtiger Next Generation Space Telescope (NGST) hem op.
Mirjam Leunissen
