Het is niet iedere dag dat de ontdekking van een nieuw soort oermens bekend wordt gemaakt. De ontdekking van Homo naledi is gedaan op basis van botten van vijftien mensen die gevonden zijn in een uitsparing van een grottenstelsel in Zuid-Afrika.
Alia Gurtov, die heeft geholpen bij het opgraven van de botten, vergelijkt de ontdekking met het ontrafelen van het Neanderthalergenoom. ‘Het heeft dezelfde wow-factor’, zegt ze. De vondst brengt ook een hoop vragen met zich mee, waarvan we sommige niet definitief kunnen beantwoorden – maar we kunnen wel een geïnformeerde poging wagen.
Softies? Sneeuwvlokjes? Niks daarvan – Gen Z is superkrachtig, zegt deze neurowetenschapper
Niks sneeuwvlokjes. Volgens neurowetenschapper Eveline Crone zijn hedendaagse jongeren juist sterk in een extreem ingewikkelde tijd.
Van wie zijn deze botten?
Een primitief soort mens. De volwassen man was 1,5 meter lang en de bouw van de voeten suggereert dat hij meestal op twee benen stond. De ronding van de vingers is echter vergelijkbaar met die van onze aapvoorouders en de vorm van de schouders laat zien dat H. naledi zich ook thuis voelde in bomen.
Er is opvallend weinig diversiteit in de bottenresten, wat impliceert dat de botten allemaal van eenzelfde soort zijn, of zelfs van een groep nauw verwante individuen binnen een soort – misschien een volksstam of een familie. Er is een groot verschil in de leeftijden, van baby tot volwassene, en er zijn waarschijnlijk zowel mannen als vrouwen.
Waar zijn de botten precies gevonden en hoe zijn ze daar terechtgekomen?
De meer dan 1500 botten komen uit de kamer van Dinaledi, die onderdeel is van het Rising Star grottenstelsel ten noordwesten van Johannesburg. Ze zijn gevonden in een regio die we wel de Wieg van de Mensheid noemen, omdat er zo veel menselijke fossielen worden gevonden. Om de kamer te bereiken, moet je afdalen door een smalle, verticale schacht van twaalf meter. De indeling van de grot lijkt al duizenden jaren onveranderd te zijn.
Zou Dinaledi een begraafplaats kunnen zijn?
Je zou het waarschijnlijk beter een tombe kunnen noemen, maar wat voor term je ook gebruikt, er worden niet vaak zo veel beenderen van oermensen op één plek gevonden. De onderzoekers denken dan ook dat de lichamen er expres zijn neergelegd.
Hoe zouden de botten anders in de kamer terecht kunnen zijn gekomen?
Het zou kunnen dat de mensen er samen naar binnen zijn gegaan, misschien om te ontsnappen van een gevecht of een natuurramp, opgesloten kwamen te zitten en overleden. Maar omdat de grot zo moeilijk te bereiken is, is het waarschijnlijker dat de lichamen er één voor één geplaatst zijn.
Als het een tombe is, wat zegt dit dan over hoe ze met de doden omgingen?
We hebben dit nog niet eerder gezien. Het meest in de buurt komt een grot in het Atapuercagebergte in Spanje, genaamd de Sima de los Huesos (de dodenkuil). Daar lagen duizenden botten van 28 oermensen, waarschijnlijk H. heidelbergensis, gedateerd op ongeveer 350.000 jaar geleden. De lichamen in de Sima de los Huesos lijken opzettelijk in de kuil gegooid te zijn – en zij behoorden tot een relatief geavanceerde soort met hersenen bijna net zo groot als de onze. H. naledi’s brein is drie keer zo klein als de onze, ongeveer net zo groot als dat van een gorilla. Als zulke primitieve mensen zo met hun doden omgingen, moeten we de evolutie van cognitie en de waardering voor de dood volledig herzien.
Het is pikdonker in de grot. Hoe kon de H. naledi zien wat hij aan het doen was?
Het team denkt dat ze fakkels gebruikten. Maar echt goed bewijs voor gecontroleerd gebruiken van vuur door onze voorouders is zeldzaam en wordt regelmatig in twijfel getrokken.
Kon H. naledi praten?
De schedelvorm van een van de exemplaren lijkt overeenkomsten te vertonen met ons brein in de gebieden die we associëren met spraak. Hoewel het misschien mogelijk is om een idee te krijgen van de groeven en richels van de hersenen van fossiele schedels, is er geen consensus over hoe dat overeenkomt met ons eigen grotere brein, noch wat het betekent voor cognitieve vaardigheden. We hebben geen idee of ze konden spreken, ook al kunnen hun botten ons wel een idee geven.
Onze vroege voorouders – de australopithecinen die leefden voordat Homo zich ontwikkelde – hadden een tongbeen in hun nek, die ook nog in ons skelet te vinden is. Als deze ook aanwezig is in H. naledi, kan het ons aanwijzingen geven over hoe onze soort vocaliseerde. Ook de botjes in het midden- en binnenoor moeten onderzocht worden – deze zijn verschillend in mensen en andere apen en kunnen dus een idee geven over hoe H. naledi geluiden verwerkte.
Hoe is H. naledi aan ons verwant?
De botten hebben zo’n vreemde mix van primitieve en moderne eigenschappen dat we nog niet weten hoe H. naledi past in de groeiende menselijke stamboom. We weten niet eens hoe oud H. naledi was. Hij zou miljoenen jaren kunnen oud zijn, wat het een van de eerste soorten Homo zou maken, maar ook maar tientallen, honderden of duizenden jaren oud, wat het een overgebleven soort maakt die ook in de moderne tijd nog leefde, zoals H. floresiensis – de ‘hobbit’ die werd gevonden in Indonesië. Het team zegt dat er wellicht isotooptesten gedaan kunnen worden om de overblijfselen te dateren en dat er nog geen pogingen zijn ondernomen om DNA te extraheren.
Altijd op de hoogte blijven van het laatste wetenschapsnieuws? Meld je nu aan voor de New Scientist nieuwsbrief.
Lees ook: