Is speelgedrag alleen weggelegd voor zoogdieren, zoals touwtrekkende kinderen en tuimelende dolfijnen? Echt niet! Ook hommels weten zich prima te vermaken door een spelletje te spelen, blijkt uit Brits onderzoek.
Speelgedrag is niet voorbehouden aan zoogdieren en vogels. Ook hommels hebben er een handje van. Als ze houten balletjes voor hun neus krijgen, rollen ze die alle kanten op, zelfs als dat ze niets oplevert, zoals voedsel of een kans om te paren. Vooral mannetjes en jonge hommels trappen graag lol, een patroon dat ook bij zoogdieren voorkomt. Dat ontdekte gedragswetenschapper Hiruni Samadi Galpayage Dona, verbonden aan de Queen Mary-universiteit in Londen, met haar collega’s.
Tijdens haar onderzoek kregen de hommels een speelterrein vol kleine houten balletjes tot hun beschikking. Die lagen niet in hun nest: zo kon Galpayage Dona uitsluiten dat de dieren de balletjes alleen maar aanraakten om het nest ‘op te ruimen’. Bovendien bekeek ze of de hommels hun tong uitstaken bij het spelen, wat zou kunnen duiden op eetgedrag in plaats van speelgedrag. Ten slotte zag ze ook dat mannelijke hommels hun genitaliën niet tevoorschijn haalden tijdens het vertier: de beestjes zagen de balletjes dus niet per ongeluk aan voor mogelijke voortplantingspartners.
‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.
Ondergeschoven kindje
Bij onderzoek naar speelgedrag blijven insecten vaak onderbelicht, zegt entomoloog Alexander Haverkamp, verbonden aan de Wageningen-universiteit. ‘Gedragswetenschappers richten zich veelal op zoogdieren en vogels. Daarom is het moeilijk om te zeggen of speelgedrag voorkomt in het gehele dierenrijk.’
Daar begint verandering in te komen: insecten zijn steeds vaker de hoofdrolspeler in onderzoek. ‘Decennia geleden zag men het insectenbrein nog als voorgeprogrammeerd’, stelt Haverkamp. ‘Maar door studies zoals die van Galpayage Dona beginnen we tot de conclusie te komen dat de beestjes geen gedachteloze robotjes zijn. Misschien hebben ze wel degelijk uitgebreide cognitieve functies, zoals het waarnemen van voorwerpen – en dat verwacht je niet gauw bij een dier met zo’n klein brein.’
Hersenontwikkeling
Dat spelen niet alleen maar leuk is, was al bekend. Speelgedrag stimuleert de mentale gezondheid én de ontwikkeling van het brein. ‘Het is moeilijk om instinctief gedrag te onderscheiden van speelgedrag’, zegt Haverkamp. ‘Maar Galpayage Dona slaagt er wel degelijk in om aan te tonen dat beide vormen aanwezig zijn bij hommels. Hiermee laat ze zien dat insecten gedrag vertonen dat hun hersenen en de ontwikkeling van zenuwcellen stimuleert.’
Of hommels ook in het wild spelen, is nog onbekend. ‘Deze studie vond plaats in een laboratorium’, zegt hij. ‘Het is mogelijk dat de hommels in die omgeving te weinig worden uitgedaagd – in elk geval minder dan ze in de wilde natuur zouden zijn. Misschien speelden ze alleen maar uit verveling met de houten balletjes.’
Maar zelfs als dat het geval is, heeft Galpayage Dona wel degelijk een balletje aan het rollen gebracht. ‘Ze is een van de pioniers op het gebied van speelgedrag bij insecten’, zegt Haverkamp. ‘Het idee dat hommels verveeld kunnen raken en zichzelf daarom proberen te vermaken, kan de manier waarop we over insecten denken flink veranderen.’