Veel mensen hebben al eens te kampen gehad met een coronabesmetting. Hoe beïnvloedt dat je kans op een nieuwe besmetting met covid-19?

Het afgelopen jaar is er veel onderzoek gedaan naar hoe goed vaccinaties ons beschermen tegen een covid-19-infectie en de bijbehorende ziekteverschijnselen. De focus ligt nu vooral op omikron en in hoeverre de huidige vaccins ook tegen deze nieuwe coronavariant werken. Maar er is nog een vraag over onze afweer die van belang is: hoeveel bescherming biedt een eerdere besmetting met covid-19?

Immuniteit

Sinds de start van de pandemie zijn er wereldwijd zo’n 250 miljoen infecties met het coronavirus vastgesteld. Het echte getal ligt waarschijnlijk een stuk hoger, omdat veel besmettingen niet geregistreerd worden. Een studie van de Universiteit van Cambridge suggereert dat 25 procent van de 65-plussers geïnfecteerd is geweest met het coronavirus. Onder de groep van 15- tot 24-jarigen loopt dat getal op tot wel 81 procent.

Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?
LEES OOK

Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?

Faagtherapie kan de toegenomen antibioticaresistentie het hoofd bieden. Deze kleine virussen kunnen specifieke bacteriën doden.

Gegevens uit de COVID-19 Infection Survey, een groot onderzoek onder inwoners van het Verenigd Koninkrijk, vertellen ons meer over hoe deze besmettingscijfers zich verhouden tot de opgebouwde immuniteit. Door te meten hoeveel antilichamen een eerder besmet persoon heeft over de tijd, schatten de onderzoekers in oktober dat die persoon nog 1,5 tot 2 jaar beschermd zou zijn tegen een herbesmetting.

Wel zagen de onderzoekers dat er verschillen in de hoeveelheid antilichamen zaten tussen de proefpersonen. Zo waren er ook mensen die geen aantoonbare antilichamen aanmaakten tegen het virus. Dat betekent echter niet dat zij helemaal geen immuniteit hebben opgebouwd. Deze analyse keek namelijk maar naar één maat van afweer en bijvoorbeeld niet naar T-cellen, die ook een belangrijke verdedigingslinie vormen.

Herbesmetting

In plaats van schattingen op basis van iemands afweerreacties, kunnen we ook direct kijken naar de daadwerkelijke herbesmettingscijfers. Recente gegevens van het Bureau voor Nationale Statistieken in het Verenigd Koninkrijk laten zien dat een eerdere besmetting de kansen op nog een positieve covid-19-test laat afnemen met 80 procent. Dat is vergelijkbaar met de kansen op besmetting na drie vaccinaties.

Een wat verfijndere analyse uit Israël vergeleek de kans op herbesmetting in mensen met vergelijkbare eigenschappen. Ze sorteerden de proefpersonen op leeftijd en op hoe lang het geleden was sinds hun eerdere besmetting of hun vaccinatie. Zo bleek dat al eerder besmette mensen een dertienmaal lagere kans hadden op besmetting dan mensen die twee Pfizer/BioNTech-spuiten hadden ontvangen. Dit effect ebde wel langzaam weg, op dezelfde manier als de immuniteit die je krijgt van vaccinaties.

Daarnaast liet een studie uit Qatar zien dat het risico op ernstige ziekteverschijnselen bij herbesmetting slechts 1 procent is van het risico dat iemand loopt die nog niet eerder is besmet.

Strategie

Deze cijfers betekenen echter niet dat het (bewust) oplopen van een infectie een betere strategie is dan het vaccin, benadrukt immunoloog Danny Altmann van Imperial College London. ‘Een coronabesmetting omvat zo veel meer – moet je worden opgenomen in het ziekenhuis, krijg je long covid?’ aldus Altmann.

Net als met vaccinaties leidt een eerdere besmetting niet tot volledige immuniteit. Wel voorkomt het hoogstwaarschijnlijk ernstige ziekteverschijnselen en de dood, zegt medisch statisticus James Doidge van de Intensive Care National Audit & Research Centre in Londen.

Dossier coronavirus
Lees alles over het coronavirus en covid-19 in ons dossier.

Omikronvariant

Een belangrijke vraag is nu hoe deze cijfers veranderen als een herbesmetting afkomstig is van een andere coronavariant dan de eerste coronabesmetting. De omikronvariant heeft namelijk veel mutaties in het eiwit dat een belangrijke rol speelt wanneer het virus de cel binnendringt. Dit betekent dat de omikronvariant in staat is de opgebouwde immuniteit tegen voorgaande coronavarianten te omzeilen. Mede hierdoor wordt er wereldwijd een nieuwe golf van coronagevallen verwacht. Volgens het RIVM waren er tot 10 december 2021 in totaal al 80 omikronbesmettingen in Nederland. In België zijn dat er 30.

De studie uit Qatar doet vermoeden dat de bescherming tegen ernstige ziekteverschijnselen standhoudt tegen een aantal nieuwe varianten. Het onderzoek is namelijk uitgevoerd over een langere periode en in die tijd heeft Qatar drie golven van het coronavirus te verduren gehad: niet alleen het oorspronkelijke virus uit Wuhan kwam voorbij, maar ook de alfa- en bètavarianten.

Hoopvol

Een Zuid-Afrikaans onderzoek suggereert dat wanneer je puur naar de herbesmettingscijfers kijkt – en niet naar de ernst van de infecties – eerdere coronabesmettingen minder bescherming bieden tegen de omikronvariant dan tegen andere varianten. Het risico op herbesmetting in november, toen de omikronvariant de overhand nam in Zuid-Afrika, was namelijk 2,4 keer groter dan toen de alfa- en bètavariant veel voorkwamen.

Maar wanneer we op een andere manier naar deze cijfers kijken, bieden ze juist hoop, zegt Doidge. De bescherming tegen een herbesmetting daalde namelijk van 85 tot 91 procent tijdens de bèta- en deltagolven tot 75 procent met de omikronvariant. Doidge: ‘Dat is nog steeds een aanzienlijk niveau van immuniteit.’

Regioverschillen

Toch kunnen we niet zomaar aannemen dat de Zuid-Afrikaanse situatie vergelijkbaar is met die in andere landen, zegt longimmunoloog Rosemary Boyton van Imperial College Londen. Naast maatschappelijke verschillen tussen landen, blijkt ook de coronavariant waarmee mensen als eerste besmet raken deels een rol te spelen in de opbouw van immuniteit. En dat verschilt per regio.

Het team van Boyton onderzocht gezondheidsmedewerkers in het Verenigd Koninkrijk. Mensen die al eerder geïnfecteerd waren met de alfavariant en vervolgens volledig gevaccineerd zijn, bleken een minder effectieve afweerreactie te hebben tegen het oorspronkelijke virus en de bètavariant dan mensen die eerst geïnfecteerd waren met het oorspronkelijke virus en toen volledig gevaccineerd zijn. Die eerste groep bleek weer een betere afweerreactie te hebben tegen de deltavariant. ‘Het is een zeer variant-specifiek en redelijk onvoorspelbaar’, aldus Boyton.

‘Als mensen in verschillende delen van de wereld bloot zijn gesteld aan verschillende infectiegolven, dan krijg je mensen met verschillende afweerreacties’, zegt Boyton. ‘Het is gevaarlijk om hier te veel conclusies aan te hangen.’

Leestip: Een must-read voor iedereen die de achtergronden wil weten van de strijd tegen de coronapandemie. Bekijk hier in onze webshop!