Door een nieuwe onderzoeksmethode kunnen onderzoekers verbanden leggen tussen medische klachten en genderrollen, zoals fulltime werken of mantelzorg leveren. Met deze methode is al aangetoond dat mensen met een vrouwenrol meer hartklachten hebben, en slechter behandeld worden bij diabetes.
Dat mannen en vrouwen niet altijd dezelfde zorg nodig hebben omdat hun lichamen anders werken, is al langer bekend. Maar er zijn ook verschillen in gezondheid tussen mannen en vrouwen die toe te schrijven zijn aan genderrollen, en niet aan het biologische geslacht.
Een Oostenrijkse onderzoeksgroep heeft nieuwe methode ontwikkeld waarmee deze verschillen gemeten kunnen worden. Uit de eerste publicaties op basis van deze methode blijkt dat mensen met een ‘vrouwenrol’ gemiddeld slechter behandeld worden voor diabetes, en dat ze een hoger risico hebben op hartklachten.
Socioloog over zelfmoordpreventie: ‘Probeer iemand met suïcidale gedachten uit het dal te helpen’
Socioloog Diana van Bergen en haar collega’s hebben een beurs van 9 ton gekregen voor een zelfmoordpreventieproject. ‘We weten dat er in de direct ...
Geslacht en gender
Kort door de bocht gesproken wordt iemands geslacht bepaald door uiterlijke kenmerken. Gender wordt dan weer bepaald door hoe iemand zichzelf ziet. Daarnaast bestaan er genderrollen: kenmerken die maatschappelijk gezien als typisch vrouwelijk of mannelijk worden bestempeld. Genderrollen gaan over alles, van gedrag tot en met sociaaleconomische positie in de maatschappij. Dat er van mannen verwacht wordt dat ze geen jurken dragen is bijvoorbeeld onderdeel van de mannelijke genderrol. De loonkloof tussen mannen en vrouwen kan ook toegeschreven worden aan genderrollen.
Omdat cultuur, psychologie, economische status en alle andere aspecten van genderrollen complexe begrippen zijn, is het meten van de impact van genderrollen erg lastig. Ook valt niet iedereen volledig in de categorie man of vrouw. Mede hierdoor is het ingewikkeld om genderrollen mee te nemen tijdens medisch onderzoek. Daardoor zijn er weinig gegevens beschikbaar over het verband tussen genderrollen en gezondheid. Met de nieuwe meetmethode moet het makkelijker worden om genderrollen mee te nemen bij medisch onderzoek.
Diabetes en hartklachten
De nieuwe methode begint met kijken naar eigenschappen die opvallend veel voorkomen bij mannen of vrouwen. Denk hierbij aan een bepaalde verdeling van huishoudelijke taken, zorg voor de kinderen of het hebben van een fulltime baan. Puur gebaseerd op data (‘wie doet wat het meest?’) classificeert de methode bepaalde eigenschappen als meer mannelijk of vrouwelijk.
Nadat deze classificatie is gemaakt, begint fase twee. In deze fase geeft de methode een man- of vrouwlabel aan iemand, gebaseerd op de eigenschappen van dat individu. Medische studies kunnen dit nieuwe mannenrol-vrouwenrol-label vervolgens gebruiken om de invloed van gender op zorg te onderzoeken.
Medische studies die gebruikmaakten van de methode hebben al aangetoond dat mensen die in een vrouwenrol passen, minder goed behandeld worden voor hun diabetes. Die bevinding staat dus los van eventuele aanleg die vrouwen voor diabetes zouden hebben vanwege hun geslacht. Vervelend maar ook hoopvol nieuws voor deze patiënten, want aan genetica valt lastig te sleutelen, maar genderrollen kunnen wel veranderen. Denk bijvoorbeeld aan het recent verlengde vaderschapsverlof in Nederland.
Meten is weten
‘Doordat genderrollen en gezondheid zo complex zijn, kan je niet gewoon zeggen “alle mannen hebben meer last van x”. Soms zorgt een bepaald onderdeel van de mannenrol, die vrouwen dus ook kunnen hebben, ervoor dat iemand een verhoogd of verlaagd risico heeft op een medische aandoening,’ zegt genderonderzoeker Irene van Valkengoed van het Amsterdam UMC. ‘Soms is de ene rol gunstig, soms de andere.’
‘Het is goed dat deze meetmethode er nu is. Want het zichtbaar maken van genderverschillen zorgt ook voor bewustwording’, vervolgt Van Valkengoed. ‘Ik denk dat het oprecht voor veel mensen nog onbekend is dat genderrollen iets zijn om rekening mee te houden in de zorg. Maar het feit dat elke meetmethode ondanks verschillen steeds weer laat zien dat genderrollen ertoe doen, maakt die bevinding alleen maar sterker.’