Homo floresiensis (bijnaam Hobbit) liep mogelijk op handen en voeten. Die conclusie trekt de Nederlandse paleontoloog Gert van den Bergh uit de analyse van de skeletdelen van de Floresmens, die vandaag is gepubliceerd in Nature.

Van den Bergh is gespecialiseerd in eilandfauna’s. Vanaf begin jaren negentig heeft hij opgravingen gedaan op het Indonesische eiland Flores, waar hij onder andere zocht naar resten van dwergolifanten. Zowel in 2003 als in 2004 maakte hij deel uit van het Australisch-Indonesische onderzoeksteam, dat Hobbit in de Liang Bua-grot op Flores heeft gevonden.

De publicatie in Nature in oktober 2004 over de in 2003 gevonden schedel was wereldnieuws. De vondsten uit 2004 staan beschreven in het Nature-artikel dat vandaag uitkomt. Van den Bergh is geen coauteur van het artikel, maar werkt nog altijd nauw samen met de auteurs van het stuk. Ook deze zomer deed het team weer opgravingen op Flores, maar helaas niet in de Liang Bua-grot, omdat de Indonesische overheid geen vergunning had verstrekt. Een kort vraaggesprek met Van den Bergh.

Is het aardse magneetveld de weg kwijt?
LEES OOK

Is het aardse magneetveld de weg kwijt?

Volgens sommigen kan het aardmagneetveld elk moment omkeren. Is er reden tot zorg?

Waarom denk jij dat Hobbit op handen en voeten liep?
‘De sterkste aanwijzing vind ik het opperarmbeen. Het opperarmbeen van Homo sapiens en Homo erectus is sterk getordeerd. Bij Hobbit zit dit bot echter vrijwel recht op de schouder. Dit zie je niet bij de Australopithecus, niet bij erectus, niet bij mensapen, niet bij chimpansees, maar wel bij gibbons en makaken! Het gevolg is dat de schouder van Hobbit veel minder mobiel is. Die kon haar armen vermoedelijk wel goed voorwaarts-achterwaarts bewegen, maar veel minder makkelijk zijwaarts, zoals wij dat kunnen. Dit impliceert dat Hobbit mogelijk op handen en voeten liep om goed tegen steile wanden en in bomen te kunnen klimmen, net zoals een makaak doet. Dit zou een aanpassing aan het leven op het onherbergzame Flores kunnen zijn, dat voornamelijk bestaat uit zeer steile berghellingen.’

Wie is de voorouder van Homo floresiensis?
‘Dat is de grote vraag. We dachten aanvankelijk dat Hobbit afstamt van Homo erectus en ik vind dat eigenlijk nog steeds het meest logische. Het skelet van Hobbit vertoont echter ook duidelijke kenmerken van de Australopithecus, een voorouder van de Homo erectus, die een paar miljoen jaar geleden in Afrika leefde. Zo heeft Homo floresiensis net als Australopithecus langere armen en handen en naar buiten staande heupen. Er zijn in Azië echter nog geen eenduidige resten gevonden van Australopithecus, dus mocht Hobbit daadwerkelijk van de Australopithecus afstammen, dan komt mogelijk de Out of Africa-theorie – het idee dat onze vroege voorouders ook al uit Afrika kwamen – op losse schroeven te staan.
‘Elders op Flores hebben we deze zomer ruim 350 werktuigen gevonden, die 800.000 jaar oud zijn. Aangezien Homo erectus toen ook op Java voorkwam, is het aannemelijk dat erectus zo vroeg al de diepe zeestraat tussen Bali en Lombok is overgestoken. Tijdens de tsunami van afgelopen december hebben we gezien dat mensen, die zich vastklampten aan drijvende bomen, na een week nog levend uit zee werden gevist. Hetzelfde kan destijds met de erectus zijn gebeurd. In de honderdduizenden jaren daarna kromp erectus geleidelijk aan tot Homo floresiensis. Deze aanpassing aan een geïsoleerd leven op een relatief klein, zeer bergachtig eiland, leidde waarschijnlijk ‘toevallig’ tot overeenkomsten met Australopithecus.’

Sceptici beweren dat Hobbit een Homo sapiens is met de hersenziekte microcefalie. Schept het vandaag gepubliceerde Nature-artikel duidelijkheid over deze kwestie?
‘Het artikel geeft een opsomming van de botten van meerdere individuen die we in de Liang Bua-grot hebben gevonden. De analyse bevestigt onze eerdere conclusie dat het hier om een nieuwe mensensoort gaat. De kritiek van sceptici dat het floresiensis-skelet zou hebben toebehoord aan een moderne mens die leed aan de hersenziekte microcefalie lijkt niet langer houdbaar. Hobbit was vermoedelijk dertig jaar oud toen ze stierf, wat behoorlijk oud zou zijn voor een ‘ziek’ individu.
‘De kaak van een tweede individu, dat 3000 jaar jonger is, lijkt bovendien sprekend op de eerste kaak die vorig jaar al is besproken. Deze tweede kaak en de botten van andere individuen duiden op zelfs nog iets kleinere wezens dan het vorig jaar beschreven skelet (waarvan de schedel gevonden is). Het is zeer onwaarschijnlijk dat er een hele populatie van microcefalen geweest zou zijn die duizenden jaren heeft voortgeleefd.’

In een nieuwsbericht op de website van Nature klaagt de Australische onderzoeksleider Mike Morwood dat jullie wellicht nooit meer opgravingen mogen doen in Liang Bua. Wat is daar de reden van?
‘In Indonesië heeft de 75-jarige paleoantropoloog Teuku Jacob veel invloed. Hij zit op zijn zachtst gezegd niet op één lijn met ons. Zo vindt hij nog steeds dat Hobbit een sapiens met microcefalie is. Eind vorig jaar liet hij de schedel en diverse botten tegen de zin van de meeste teamleden vanuit Jakarta overbrengen naar zijn instituut in Jogyakarta. Vervolgens vlogen de beschuldigingen over en weer hetgeen tot verdere escalatie leidde. Uiteindelijk moest Jacob de botten onder druk van hogerhand in Februari dit jaar teruggeven aan het instituut in Jakarta. Tot grote ontzetting van de teamleden kwamen sommige botten zwaar beschadigd terug. Dit werd meteen al heel ‘on-indonesisch’ door de Australiërs naar buiten gebracht, hetgeen tot verder gezichtsverlies van Jacob zou kunnen leiden, ware het niet dat Jacob in Indonesië zelf de media sterk onder controle lijkt te hebben.
‘Jacob beschuldigt het onderzoeksteam van wetenschappelijk kolonialisme en probeert nu via hoge functionarissen binnen de Indonesische overheid de Australiërs te beletten om verder onderzoek in Indonesië te doen. Zonder geld uit het buitenland zijn opgravingen zoals in Liang Bua echter vrijwel onmogelijk. We hebben pas één procent van Liang Bua onderzocht en er liggen nog zoveel vragen open dat het doodzonde zou zijn als politieke sentimenten de opgravingen dwarsbomen.’

Marcel Crok