Het SI-stelsel, het Internationale Stelsel van Eenheden, is uitgebreid met nieuwe voorvoegsels. De termen ronto en quecto zijn ingevoerd voor kleine getallen. Ronna en quetta worden gebruikt voor grote getallen, zoals de hoeveelheid gegevens op internetservers.

Tijdens de Algemene Conferentie voor maten en gewichten (CGPM) in Versailles, Frankrijk, is gestemd over nieuwe voorvoegsels voor grote en kleine getallen. De gekozen voorvoegsels zijn ronna en quetta voor zeer grote getallen en ronto en quecto voor zeer kleine.

Het Internationale Stelsel van Eenheden (kortweg SI-stelsel) is een door wetenschappers aanvaarde standaard. Alle metingen worden gewoonlijk genoteerd in SI-eenheden. Het SI definieert niet alleen zaken als de kilogram en de meter, maar bepaalt ook hoe zeer grote en kleine getallen moeten worden genoemd.

Duurzame methode moet meer plastic recyclebaar maken
LEES OOK

Duurzame methode moet meer plastic recyclebaar maken

Scheikundige Ina Vollmer heeft een nieuwe, revolutionaire techniek ontwikkeld waarmee plastic kan worden gerecycled.

Zetta en Yotta

De laatste uitbreiding van dit naamgevingssysteem was in 1991. Grote getallen met 21 of 24 nullen kregen toen de voorvoegsels zetta (1021) en yotta (1024). Zepto (10-21) en yocto (10-24) werden ingevoerd voor zeer kleine getallen. Destijds waren er weinig redenen om ze te gebruiken, maar door de groeiende hoeveelheid gegevens die het internet genereert, zijn ze inmiddels een stuk nuttiger. De hoeveelheid informatie online zal tegen 2025 naar verwachting 175 zettabytes bedragen.

‘Er is in de populaire media al heel wat gespeculeerd over wat er boven een yottabyte zou komen’, zegt metroloog Richard Brown van het National Physical Laboratory, het Britse centrum voor meetstandaarden.

Zo wordt brontobyte door sommigen informeel gebruikt om 1027 bytes te beschrijven. Maar de eenheidsconverter van Google verandert 1027 bytes allang in een hellabyte. Die termen passen echter niet in het SI-naamgevingssysteem, omdat de letters b en h al worden gebruikt voor voorvoegsels, of in algemeen gebruik zijn voor andere eenheden, zegt Brown. Door nu een regel in te voeren, wordt voorkomen dat alternatieve voorvoegsels te diep in de wetenschappelijke literatuur verankerd raken.

Geen bezwaren

Brown hielp bij het opstellen van het voorstel waar de CGPM-lidstaten over stemden. Aangezien er geen bezwaren waren, werden de twee nieuwe voorvoegsels voor getallen met 27 en 30 nullen respectievelijk ronna en quetta voor grote getallen en ronto en quecto voor kleine getallen.

Hoewel ze met onmiddellijke ingang SI-voorvoegsels zijn, kan het even duren voordat wetenschappers ze in hun werk gaan gebruiken. Sommige wetenschappers betwijfelen of ze überhaupt nuttig zullen zijn. ‘Wij hebben de neiging om onze eigen eenheden te definiëren, die alleen nuttig zijn voor de dingen waar we daadwerkelijk naar kijken’, zegt astronoom Mike Merrifield van de Universiteit van Nottingham in het Verenigd Koninkrijk.

Brown suggereert dat ronto en quecto toepassingen kunnen hebben in de radioastronomie, bijvoorbeeld voor het meten van de zeer zwakke kosmische microgolfachtergrond. Dat is reststraling van de oerknal. Maar astronomen gebruiken hiervoor al vaak de niet-SI-eenheid jansky, zegt Merrifield.

Latijn en Oud-Grieks

De voordelen voor de wetenschapscommunicatie zijn echter duidelijk, zegt Brown. ‘Je zult veel beter kunnen communiceren wat je bedoelt als je deze gestandaardiseerde termen gebruikt.’

Hoewel de namen willekeurig lijken, volgen ze strakke richtlijnen, zegt Brown. De beginletters r en q waren de enige letters in het alfabet die niet al door andere voorvoegsels waren gebruikt. Het middelste gedeelte werd losjes vertaald van de Griekse of Latijnse term voor het aantal keren dat je duizend moet vermenigvuldigen om tot de getallen te komen, zegt hij. De uitgangen is bij grote voorvoegsels altijd ‘-a’, en bij kleine voorvoegsels altijd ‘-o’.

Gevraagd wanneer we nóg grotere of kleinere voorvoegsels zullen zien, zegt Brown dat we nog minstens 25 jaar moeten wachten. ‘Het is heel moeilijk om de toekomst te voorspellen, maar ik vermoed dat dit zeker tot mijn pensioen en langer zal duren.’