Genève (CH) – Over vijf jaar beschikken Europese deeltjesnatuurkundigen over duizendmaal meer rekenvermogen. Dat maakte de raad van het Europese onderzoekslaboratorium CERN op 20 september bekend.

De nieuwe deeltjesversneller Large Hadron Collider (LHC) moet vanaf 2007 enorme hoeveelheden meetgegevens opleveren. Een superrekennet (het LHC Computing Grid) gaat die gegevens niet alleen verspreid over de wereld opslaan, maar moet ook ervoor zorgen dat tienduizenden computers verspreid over de wereld aan die gegevenslawine rekenen.

De deeltjesfysici hebben een grote behoefte aan een sterke vergroting van rekenkracht. De vier grote detectoren in de nieuwe deeltjesversneller die CERN bouwt, nemen biljoenen botsingen van elementaire deeltjes waar. De daarbijbehorende meetgegevens kunnen per jaar twintig miljoen cd-roms vullen.

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’
LEES OOK

‘Ik probeer robots te ontwikkelen die ook echt een nieuwe stap maken’

Hoe werkt vliegen? Dat lijkt een simpele vraag, maar voor luchtvaarttechnicus en bioloog David Lentink is het een levenslange zoektocht.

Aan de eerste fase van het project, die duurt tot 2004, kunnen zo’n vijftig jonge Europese IT-professionals meewerken. Het project biedt hen een unieke leerschool. Ze zullen prototypen van apparatuur en nieuwe technieken ontwikkelen. De tweede fase, die duurt tot 2007, staat in het teken van voortbouwen op de opgedane ervaring en de bouw van een werkend LHC Computing Grid.

Katalysator

De investeringen in de nieuwe projecten komen niet alleen uit Europese landen, maar ook van Japanse en Amerikaanse partners die meedoen aan het onderzoek. Met het snelle netwerk ontstaat de eerste ‘virtuele organisatie’ die de nieuwe gridtechnologieën toepast op een gigantisch data-intensief wereldwijde rekentaak. CERN denkt dat hun project bovendien als katalysator zal fungeren voor de ontwikkeling van andere grids op de wereld.