Immuuncellen die het epstein-barrvirus bestrijden, kunnen ook de progressie van de ziekte MS stoppen. Dat volgt uit een kleinschalig onderzoek.

Transplantaties van immuuncellen die het epstein-barrvirus tegengaan, lijken veelbelovend om ook multiple sclerose (MS) te behandelen. Het onderzoek waaruit dit blijkt, zit nog wel in een vroege fase. Hersenscans wijzen erop dat de aandoening bij sommige deelnemers werd teruggedrongen, maar er zijn vervolgonderzoeken nodig om dit te bevestigen.

Golf-MS en progressieve MS

MS is een ziekte waarbij ontstekingen ontstaan in de hersenen en het ruggenmerg. De ziekte treedt op wanneer het immuunsysteem van het lichaam de vettige stof aanvalt die om zenuwcellen heen zit. Deze stof, myeline genaamd, helpt signalen van de zenuwcellen te geleiden. Wanneer deze laag beschadigd raakt, ontstaat een hele reeks symptomen: van vermoeidheid tot problemen met lopen, praten of zien. Na verloop van tijd verergeren de symptomen.

Mieren zijn magnifieke navigators
LEES OOK

Mieren zijn magnifieke navigators

Mieren zijn in staat tot verbazingwekkende navigatieprestaties. Misschien kan waardering hiervoor helpen om deze insectensoorten te behouden.

In de meeste gevallen verlopen de klachten in een golfbeweging. Het gaat een periode lang slechter met de MS-patiënt (een zogeheten relapse), en vervolgens weer geleidelijk beter (remitting). Bij ongeveer 1 op de 10 MS-patiënten is dat anders: daarbij verergeren de symptomen geleidelijk zonder dit golfpatroon. Voor de gebruikelijke relapsing MS-vorm zijn enkele behandelingen beschikbaar die de ziekte vertragen. Dat geldt niet voor de geleidelijke vorm van progressieve MS.

Speuren naar cellen

Het Amerikaanse bedrijf Atara Biotherapeutics gaf nu 24 mensen met progressieve MS injecties met T-cellen. Deze imuuncellen sporen cellen op die besmet zijn met het epstein-barrvirus en vernietigen ze. De gebruikte cellen zijn afkomstig van donoren die eerder met het epstein-barrvirus zijn besmet. Dit virus veroorzaakt onder meer de ziekte van Pfeiffer.

Op 22 maart liet Atara weten dat bij twintig van de behandelde mensen de toestand was gestabiliseerd of verbeterd. De resultaten waren al eens eerder op een conferentie gepresenteerd.

Vroege fase

Het onderzoek is een fase 1-onderzoek. Dat betekent dat er geen controlegroep was om een placebo-effect uit te sluiten. AJ Joshi, die aan het hoofd staat van de medische afdeling van Atara, is echter optimistisch. Hij wijst erop dat niet alleen de symptomen afnamen, maar er ook hersenscans zijn gemaakt die erop wijzen dat de myeline rond de zenuwcellen terugkeerde.

‘Degenen die beter werden, hadden een grotere toename dan degenen die dat niet deden’, zegt Joshi. ‘Je kunt de tekenen van [de terugkeer van myeline] heel vroeg zien gebeuren, parallel aan die klinische verbetering.’

Het bedrijf gaat nu met nog eens tachtig mensen een fase 2-studie doen. Dat is de volgende stap bij het ontwikkelen van behandelingen, waarbij een grotere groep de behandeling krijgt.

‘Het is bemoedigend dat ze verbeteringen hebben gezien in [de hersenscans]’, zegt Clare Walton van de Britse Multiple Sclerosis Society. ‘Maar we hebben eerder gezien dat behandelingen die in fase 1 of zelfs fase 2 veelbelovend waren, bij grotere studies geen resultaat laten zien.’

Verdacht virus

Toch is er veel te doen over behandelingen die gebaseerd zijn op het aanpakken van het epstein-barrvirus, zegt Walton, omdat recent onderzoek onderstreept dat dit virus MS kan veroorzaken. In januari bleek uit een onderzoek onder 10 miljoen Amerikaanse militairen dat aan bijna elk MS-geval een besmetting met het virus voorafging.

Uit een ander onderzoek, eveneens uit januari, blijkt dat een eiwit dat door het epstein-barrvirus wordt geproduceerd sterk lijkt op een menselijk eiwit dat in het centrale zenuwstelsel wordt aangemaakt. Daarnaast bleek dat ten minste een vijfde van de MS-patiënten antilichamen heeft die zich aan beide eiwitten binden. Bij sommige mensen kan de immuunrespons tegen dit kwalijke eiwit zich onbedoeld ook tegen het menselijke eiwit keren. Omdat het virus na de eerste besmetting in het lichaam blijft, en soms opnieuw de kop opsteekt, kan deze immuunrespons steeds opnieuw worden veroorzaakt.

Als dat klopt, zou het aanpakken van het epstein-barrvirus helpen bij de behandeling van MS. Joshi zegt bovendien dat er ook aanwijzingen zijn dat het epstein-barrvirus is betrokken bij andere auto-immuunziekten, zoals reumatoïde artritis. Atara wil kijken of de behandeling ook bij deze aandoeningen helpt.