Het gen dat verantwoordelijk is voor rookverslaving, maakt niet-rokers juist dik. Wetenschappers van de Vrije Universiteit van Amsterdam werkten mee aan het onderzoek dat leidde tot deze ontdekking.
Mensen met een variant in het gen CHRNA5-A3-B4 hebben het niet getroffen: het gen maakt je eerder rookverslaafd óf moedigt je aan meer te eten. 29 onderzoekers uit verscheidene landen deden de ontdekking. En wetenschappers van het Nederlands Tweelingen Register aan de VU hadden een belangrijke rol in het onderzoek, onder wie onderzoeker Jacqueline Vink.
Met de genvariant CHRNA5-A3-B4 heb je dus dubbel pech.
‘Dat is een gewaagde uitspraak, maar je kunt wel zeggen dat je geen geluk hebt met dit gen. Overigens is het niet zo dat je als gendrager per definitie dik wordt of heel veel gaat roken. Het is voor deze mensen vooral moeilijker te stoppen met roken of om af te vallen.’
Kunnen fagen helpen in de strijd tegen antibioticaresistentie?
Faagtherapie kan de toegenomen antibioticaresistentie het hoofd bieden. Deze kleine virussen kunnen specifieke bacteriën doden.
Hoe deden jullie deze ontdekking?
‘We wisten al dat door deze genvariant rokers meer sigaretten roken dan mensen die de variant niet hebben. In deze studie hebben we ook gekeken naar het verband tussen dat gen en overgewicht. Het interessante is dat de variant in CHRNA5-A3-B4 er bij niet-rokers voor zorgt dat ze zwaarder zijn dan de niet-rokers zonder deze variant. En dat terwijl we dachten dat het alleen maar een rokersgen was.’
Wat betekent de ontdekking van het dikmaak-en-rookgen?
‘We kunnen alleen nog maar speculeren over de betekenis, maar we vermoeden dat het misschien iets te maken heeft met het gevoel voor beloning. Dragers van deze genvariant zijn misschien gevoeliger voor een beloning. Rokers zoeken dat in sigaretten, niet-rokers zoeken dat in eten.’
‘Tegelijkertijd is het opvallend dat de rokers met deze genvariant weer een iets lagere BMI (gewichtsindex) hadden dan de mensen zonder de variant. Dankzij het gen roken ze meer sigaretten, maar daardoor snoepen ze minder.’
Toch is het een fijne ontdekking. Dankzij dit verslavingsgen hebben we een uitstekend excuus om veel te roken of te eten. Het is immers de schuld van onze genen.
‘Dat zou wel makkelijk zijn. Maar het gen verklaart niet alles. Als je de genvariant hebt, zal het voor sommigen moeilijker zijn om te stoppen met roken, maar het zal de ene meer moeite kosten dan de andere.’
‘Ook is het nog niet zo eenduidig te zeggen of dit gen verantwoordelijk is voor alle verslavingen; we hebben de relatie met alcohol bijvoorbeeld nog niet onderzocht.’
Is er met de ontdekking van het verslavingsgen ook een medicijn te vinden tegen roken en obesitas?
‘Dat is nogal een stap, maar er wordt wel steeds vaker gesproken over personalized medicine, medicijnen aangepast aan individuen. Met dit soort onderzoek kun je rookverslaving gerichter behandelen. Uit ander onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat nicotinepleisters beter werken bij mensen met deze genvariant dan bij rokers zonder de variant.’
Dit artikel verscheen ook in Het Parool.
Lees ook: