Het gebruik van cocaïne werd in de 19e eeuw populair in Europa, toen het lukte om de drug met behulp van scheikundige methoden uit cocabladeren te halen. Nieuw bewijs doet echter vermoeden dat Europeanen al veel eerder cocaïne gebruikten.

Gemummificeerd hersenweefsel van twee lichamen uit een 17e-eeuwse crypte in Milaan in Italië bevat sporen van cocaïne. De voorheen vroegste documentatie van het gebruik van cocaïne in Europa stamt van zo’n tweehonderd jaar daarna. Deze nieuwe vondst laat dus zien dat Europeanen de drug al veel gebruikten dan gedacht.

Spaanse kolonisten

Cocaïne komt uit cocabladeren. In Zuid-Amerika, waar de plant vandaan komt, kauwen mensen al duizenden jaren op die bladeren. In Europa werd de drug pas populair in de 19e eeuw, toen men erin slaagde om de werkende stoffen uit de plant te isoleren.

De vorm van de werkelijkheid
LEES OOK

De vorm van de werkelijkheid

De zoektocht naar een ‘theorie van alles’ leek vastgelopen. Zo’n natuurkundige theorie zou een verklaring moeten bieden ...

Spaanse kolonisten ontdekten dat de cocabladeren geestverruimende en therapeutische eigenschappen bezaten. Ze beperkten de verspreiding van deze kennis echter, omdat ze de informatie graag binnen het Spaanse Rijk wilden houden. In de 16e eeuw deden de kolonisten wel een poging om de plant te exporteren, maar het bleek te moeilijk om de plant te vervoeren. Ten minste, dat dachten we.

Hersenmonsters

Nu hebben Gaia Giordano, forensisch antropoloog aan de Universiteit van Milaan, en haar collega’s dit verhaal herzien. Zij onderzochten negen mensen die in de vroege 17e eeuw overleden en begraven werden in een crypte. Deze crypte is goed bewaard gebleven. Hij behoorde toe aan het voormalige Ca’ Granda-ziekenhuis, dat erom bekend stond de arme bevolking van de stad te behandelen. Het team nam kleine monsters hersenweefsel van alle negen individuen. Vervolgens analyseerden zij de chemische samenstelling van de monsters om erachter te komen welke drugs Europeanen in die periode gebruikten.

Cocaïne verdwijnt normaal gesproken na een paar maanden uit het lichaam. Giordano was daarom verrast toen ze ontdekte dat de hersenen van twee van de overledenen sporen van cocaïne bevatten, na bijna vier eeuwen waarin de hersenen aan afbraak onderhevig waren. Giordano: ‘Het is ongelofelijk bijzonder om dit molecuul te vinden.’

Cocaïne op de open markt

Naast het actieve bestanddeel van cocaïne vond het team hygrine. Dit is een stofje dat vrijkomt wanneer iemand op cocabladeren kauwt. Uit de documentatie van het ziekenhuis tot aan de 19e eeuw blijkt niet dat cocaïne werd voorgeschreven als medicijn. Dit suggereert volgens Giordano dat deze twee individuen of aan zelfmedicatie deden, of de plant recreatief kauwden.

Dat Europeanen al in de vroege 17e eeuw cocabladeren kauwden, laat zien dat de plant de reis vanuit Zuid-Amerika onder bepaalde omstandigheden wel overleefde. Milaan was onderdeel van het Spaanse Rijk en bovendien een van de bestemmingen van de exotische plantenhandel tussen Spanje en Zuid-Amerika. De bevolking van Milaan lijkt daardoor toegang te hebben gehad tot de plant en bekend te zijn geweest met diens eigenschappen.

Het feit dat de armere laag van de bevolking coca gebruikte, suggereert bovendien dat ‘de plant beschikbaar was op de open markt, iets wat waarschijnlijk jaren heeft geduurd’, aldus Mario Zimmermann, archeoloog aan Boise State University in de Amerikaanse staat Idaho. ‘Het is nu voornamelijk interessant om te kijken hoe ver de plant zich al had verspreid en naar hoeveel mensen.’