Onderzoekers van de New York-universiteit hebben met succes twee genetisch gemodificeerde varkensharten getransplanteerd. Dat gebeurde in pas overleden mensen die nog aan de beademing lagen.

Voor het eerst hebben onderzoekers met succes genetisch gemodificeerde varkensharten getransplanteerd in onlangs overleden mensen die aan de beademing lagen. De ontvangers, die voor de transplantatie hersendood waren verklaard, werden zowel voor, tijdens als na de procedures aan de beademing en de dialyse gehouden.

Tot vorig jaar waren xenotransplantaties – het overbrengen van dierlijke organen naar mensen – alleen getest bij niet-menselijke primaten. De eerste xenotransplantatie bij een overleden mens aan de beademing vond plaats in september 2021, met een varkensnier.

‘Pijn werkt verschillend bij mannen en vrouwen’
LEES OOK

‘Pijn werkt verschillend bij mannen en vrouwen’

Mannen en vrouwen ervaren pijn op een verschillende manier. Artsen moeten zich hier meer van bewust zijn, stelt Esmeralda Blaney Davidson.

David Bennett

In januari van dit jaar kreeg de eerste levende mens, David Bennett, een varkensharttransplantatie. Hij overleed twee maanden later om onbekende redenen.

‘Het was een geweldige prestatie om [Bennett] twee maanden in leven te houden, maar uiteindelijk weten we niet echt waarom het hart faalde en waarom hij stierf. Dat is de beperking van een eenmalige transplantatie in een levende mens’, zei Robert Montgomery op een persconferentie. Hij is chirurg aan het medisch centrum van de New York-universiteit. ‘Dat is het voordeel van transplantaties bij overleden mensen. We kunnen naar weefsel en bloedmonsters kijken en een veel betere analyse maken van wat er aan de hand is.’

Afstoting

De twee operaties vonden plaats op 16 juni en 6 juli in het Tisch-ziekenhuis in New York. De eerste ontvanger was Larry Kelly, een 73-jarige man die eerder al twee openhartoperaties had ondergaan. Informatie over de tweede ontvanger is niet bekendgemaakt. De families van beide mensen hadden het lichaam aan de wetenschap gedoneerd.

De transplantaties volgden de gebruikelijke klinische procedures, zei chirurg Nader Moazami tijdens de persconferentie. De twee ontvangers werden na afloop 72 uur lang geobserveerd. Dagelijks werden biopsieën genomen. De dokters zagen geen tekenen van afstoting en de harten functioneerden normaal. Ze trokken naar behoren samen en hielden de bloedstroom in het hele lichaam in stand.

Afstoting is het grootste gevaar bij het gebruik van een dierlijk orgaan: het menselijke immuunsysteem valt het vreemde orgaan aan, waardoor het orgaan uiteindelijk faalt. Om dit te voorkomen, gebruikten Moazami en zijn collega’s harten van varkens met tien genetische modificaties. Vier modificaties schakelen genen uit die het risico op afstoting en abnormale orgaangroei vergroten. De andere zes waren toevoegingen van menselijke genen in het varkenshart, om de biologische verschillen tussen varkens en mensen verminderen. De ontvangers kregen na de transplantatie ook medicijnen om de immuunrespons te onderdrukken.

Infecties

Infectie van dierlijke virussen is een ander mogelijk risico van xenotransplantaties. Om die reden leven varkens die voor orgaantransplantatie worden gefokt in speciale faciliteiten. Zo zijn ze gegarandeerd ziektevrij.

Desondanks werd na de transplantatie bij David Bennett het dierlijke porcine cytomegalovirus in zijn bloed aangetroffen. Hoewel het virus geen menselijke cellen kan infecteren, infecteerde het wel het getransplanteerde orgaan. Mogelijk heeft dat tot zijn dood geleid.

Voor de twee recente xenotransplantaties hebben de dokters een gevoelige meetmethode gebruikt om lage hoeveelheden van dit virus te kunnen detecteren, zei Montgomery. Daarnaast ontwikkelden ze gespecialiseerde meetmethoden voor de overdracht van andere varkensziekten. In geen van de twee varkensharten werden virussen aangetroffen.

Donortekorten

Montgomery hoopt dat de eerste klinische studies met xenotransplantaties met harten in de komende jaren zullen plaatsvinden. In de tussentijd zal zijn team zoveel mogelijk gegevens verzamelen uit operaties bij overleden mensen.

‘Het was geweldig om een varkenshart te zien kloppen in de borstkas van een mens. Het is een groot voorrecht om dat tijdens mijn leven mee te maken,’ zei Montgomery. ‘Dit is een volledig nieuwe grens.’

Xenotransplantatie kan een oplossing zijn voor het tekort aan donororganen. Alleen al in de Verenigde Staten wachten meer dan 105.000 mensen op een orgaantransplantatie. Elke dag sterven 17 mensen op de wachtlijst. In Nederland staan op dit moment ongeveer 1300 mensen op de wachtlijst.