Hoe noem je iemand die twee doctorstitels heeft? Doctor in het kwadraat? Dubbeldoctor? Of doctor doctor? Geert Mesters promoveerde twee keer op één dag. Zeldzaam, bijna uniek zelfs.

Van Geert Mesters (29), sinds afgelopen vrijdag doctor in zowel de econometrie als de criminologie, mogen zijn vrienden en familie hem nu doctor, doctor noemen. ‘Daar is ook een liedje over gemaakt’, zegt zijn vader grappend.

Het tekende de sfeer aan de Vrije Universiteit van Amsterdam (VU) waar Mesters twee keer promoveerde. Eerst in de econometrie, op een onderzoek met de welluidende titel Essays on nonlinear panel time series models, een uur later in de criminologie met Disentangling Criminal careers for disadvantaged youths.

‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’
LEES OOK

‘Er komt een moment dat we een grieppandemie niet kunnen voorkomen’

Ron Fouchier staat aan de frontlinie in de strijd tegen de griep. Met nieuwe vaccins wil hij ons beschermen tegen toekomstige pandemieën.

Voor vrienden en familie is Geert Mesters 'doctor, doctor'.
Voor vrienden en familie is Geert Mesters ‘doctor, doctor’.

Mesters lacht als we hem confronteren met het feit dat zijn prestatie indrukwekkend is. Voor hem is het gewoon zijn werk. Dat hij slechts vierenhalf jaar deed over twee proefschriften is een logisch gevolg van het feit dat hij veel heeft gepubliceerd. En dat het de meeste mensen duizelt als het over stochastic viability gaat, begrijpt hij wel, maar voor hem is het normaal. ‘Ik vind het prachtig om de hele dag met cijfertjes bezig te zijn.’

Dat er eindelijk eens (media)aandacht is voor zijn vak omdat hij twee keer promoveert, vindt hij vooral winst. Hij was al bij EenVandaag en bij BNR radio. ‘Wanneer wordt er ooit een econometrist geïnterviewd?’ vraagt hij retorisch.

Wie mocht denken dat Mesters een bebrilde nerd is die alleen maar in de boeken zit en rekenmodelletjes in zijn computer invoert, vergist zich. Mesters is een blonde surfliefhebber, die naar China op vakantie gaat, een prachtige vriendin heeft en een grote groep vrienden met wie hij net zo lief in lederhosenpullen bierpullen hijst als econometrische modellen in lekentaal bespreekt.

Woensdag kwam de doctor in spe nog uit Barcelona gevlogen, waar hij werkt aan de gerenommeerde Pompeu Fabra Universiteit. Donderdag is hij als een gek vijf rokkostuums gaan huren: één voor zichzelf en vier voor zijn twee keer twee paranimfen, vrienden en studiegenoten die hem bijstonden bij de promotie. Gisterochtend raakte één van de strikjes kwijt, maar dat gaf niks. Na de ene promotie kon de vlinderdas om de volgende paranimf worden gestrikt.

Pen vergeten

Je zou denken dat iemand die één keer op een dag promoveert al zenuwachtig is, laat staan iemand met twee verdedigingen op de planning heeft, maar Mesters had er geen last van. Ontspannen dronk hij ’s morgens nog een kop koffie in een studentencafé. Natuurlijk had hij zijn proefschriften nog een beetje doorgelezen om eventuele ‘gaten’ te vinden en in te spelen op moeilijke vragen van de promotiecommissie, maar aan álle 580 pagina’s kwam hij niet meer toe. Zijn paranimf István Barra had hem aangeraden een pen mee te nemen, zodat hij vragen kon opschrijven en ze daardoor beter kon beantwoorden.

In de grote aula van de VU zaten om 11.45 uur krap 25 man. Toen het geklingel van de pedelstaf klonk en het cortège – zeven professoren en drie doctoren – binnenkwam, ging iedereen zoals gebruikelijk staan. Mesters had zichzelf en zijn paranimfen in de rokkostuums gehesen, maar een pen was hij vergeten.

Toch held hij een helder lekenpraatje en beantwoordde hij probleemloos alle vragen. Eén keer beantwoordde hij zelfs vragen die niet waren gesteld. Tijdens de snelle receptie tussen de twee promoties door schudde Mesters zijn bezoekers en hoogleraren de hand.

De ceremonie voor de promotie criminologie verliep even vlekkeloos als de eerste. Met een paar kleine verschillen: andere hoogleraren, een vollere zaal én een pen. Catrien Bijleveld, hoogleraar criminologie en Mesters’ promotor, noemde hem in haar lofrede ‘een bijzonder kind’. Peter Boswijk, hoogleraar econometrie, zag Mesters wel hoogleraar worden.

’s Avonds werden de promoties volgens traditie gevierd met een etentje. Mesters had de beide groeperingen – econometristen en criminologen – voor de gelegenheid maar bij elkaar gebracht in het restaurant van debatcentrum De Balie. Mesters: ‘Econometristen zijn niet de sociaalste en criminologen zijn het liefst de hele tijd aan het woord. Een spannende combinatie.’

Roeiwedstrijd

Zijn econometrische onderzoek is volgens Mesters niet per se ingewikkeld, maar wel ‘moeilijk uit te leggen’. Het makkelijkst gaat het aan de hand van de jaarlijkse roeiwedstrijd tussen de universiteiten Oxford en Cambridge. Hij ontwikkelde methodes om beter te voorspellen wie bijvoorbeeld de wedstrijd gaat winnen of wat het BNP wordt van een land.

Uit zijn criminologische onderzoek – op basis van gegevens van 570 jongeren die geïnstitutionaliseerd waren in een straf- of jeugdzorginstelling – blijkt dat mensen met goede sociale en cognitieve vaardigheden een kleiner risico lopen later crimineel te worden. Voor dit onderzoek gebruikte hij overigens ook modellen uit de econometrie.