Een knieschijf en twee tanden, gevonden in Duitsland, zijn van een nog onbekende soort mensaap die 11,6 miljoen jaar geleden leefde. Vermoedelijk woog deze soort slechts 10 kilogram.
Zo’n 11,6 miljoen jaar geleden leefde er mogelijk een kleine, vegetarische grote mensaap in West-Europa. De recent ontdekte primaat was met zijn 10 kilogram kleiner en lichter dan alle andere bekende grote mensapen. Hij was een bekwame klimmer die waarschijnlijk bladeren at, zegt paleontoloog Madelaine Böhme van de Universiteit van Tübingen in Duitsland. ‘Het is een vrij kleine primaat’, zegt ze, ‘Maar hij verschilt van alle bekende fossielen, en natuurlijk van alle levende grote mensapen die we kennen.’ De onderzoekers publiceerden hun vondst in het wetenschappelijk tijdschrift PLoS ONE.
Ongeveer 15 miljoen jaar geleden werden de grote mensapen – ook wel mensachtigen genoemd – zeldzamer in Afrika. Hun aantal nam in Europa juist toe. De verschillende mensaapsoorten deelden hier hun leefgebieden soms met andere primaten zoals de pliopithecoïden (inmiddels uitgestorven neven van mensapen en apen uit de Oude Wereld), maar niet met elkaar.
Waarom een inpoldering in de Biesbosch alles zegt over het landbouwbeleid van afgelopen eeuw
Eerst de boerderij, dan pas de natuur: de agrarische sector staat er bij veel mensen niet goed op. Historicus Marij Leenders beschrijft in haar onderz ...
Knieschijf
In 2019 meldden Böhme en haar collega’s de ontdekking van 37 botten op de archeologische vindplaats Hammerschmiede in Beieren. Die leken afkomstig te zijn van een tweevoetige aap die 11,6 miljoen jaar geleden leefde. Ze noemden deze soort Danuvius guggenmosi.
Tijdens de opgravingen was Böhme verrast toen ze twee kleine, aapachtige tanden en een knieschijf vond in dezelfde bodemlaag als de Danuvius-fossielen. ‘We bleven maar zeggen: “Wat is dit?”, zegt ze over deze kleinere fossielen. ‘En toen besloten we, oké, het is duidelijk: dit is echt iets nieuws.’
De fossielen zijn te oud voor DNA-analyse, zegt Böhme. Daarom voerden de onderzoekers gedetailleerde metingen uit aan de 7 millimeter lange kies en de 16 millimeter brede knieschijf. Deze bleken beide van een jong individu te zijn. Ook onderzochten ze een kleiner fragment van een kleine kies, dat volgens hen van een jongvolwassene afkomstig was. Ze berekenden ook de dikte van het glazuur, en maakten microscopische CT-scans van de tanden.
Bedreven klimmer
Het dunne glazuur, zoals dat van gorilla’s, suggereert een dieet van zachte voedingsmiddelen. Op het menu stonden dus waarschijnlijk bladeren, zegt Böhme. De vorm, dikte en aanhechtingsplaatsen van de gewrichtsbanden van de knieschijf lijken op die van primaten die in bomen leven. Dat wijst erop dat de aap een bedreven klimmer was.
De onderzoekers noemden de nieuwe aap Buronius manfredschmidi. Dit is een samenstelling van de middeleeuwse naam van een stad in de buurt van de vindplaats, en de naam van de tandarts Manfred Schmid, die sinds de jaren 1970 fossielen verzamelt op de vindplaats.
Dat de Buronius- en Danuvius-soorten konden samenleven, is mogelijk doordat ze niet dezelfde voedingsmiddelen zochten, zegt Böhme. Danuvius heeft waarschijnlijk hard voedsel gegeten, zoals noten en vlees. Het team kan niet uitsluiten dat de grotere aap, die misschien wel drie keer zo zwaar was, zich soms ook voedde met de kleinere soort.
Grandioos
Maar de drie fossielen zijn wellicht niet voldoende om zulke ‘grandioze’ conclusies te trekken, zegt antropoloog Sergio Almécija van het natuurhistorisch museum in New York City. ‘Zouden de kleinere fossiele elementen kunnen behoren tot een jong Danuvius-individu?’ vraagt hij zich af. ‘De tanden zien er zeker uit alsof ze melktanden zouden kunnen zijn.’
Hij vraagt zich ook af of de knieschijf wel van dezelfde soort afkomstig is als de tanden. ‘Ook al wordt gesuggereerd dat het van een jong individu is, de grootte overlapt met [de kleinste knieschijven] van volwassen orang-oetans, terwijl dat veel grotere apen zijn’, zegt Almécija.
Luxueus
Paleoantropoloog Clément Zanolli van de Universiteit van Bordeaux in Frankrijk heeft ook zijn twijfels. ‘Het is mij niet erg duidelijk of de tanden – en in het bijzonder de kies – behoren tot hominoïden of tot pliopithecoïden.’
Maar Böhme en haar collega’s zeggen dat zij hebben uitgesloten dat de tanden melktanden of pliopithecoïdentanden zijn. In ieder geval is de mogelijkheid dat twee primatensoorten hetzelfde leefgebied deelden, en elkaar misschien tegenkwamen, een ‘fantastische ontdekking’, zegt Zanolli. ‘Dit toont eens te meer aan dat Europa destijds een gastvrije plek was voor primaten om zich te ontwikkelen.’