Deze maand viert de ruimtetelescoop Hubble een jubileum. Tien jaar geleden, op 24 april 1990, bracht het ruimteveer Discovery de telescoop buiten de dampkring van de Aarde. ‘Het begin van een nieuwe Gouden Eeuw in de astronomie’.
Sinds de Hubble-ruimtetelescoop rond de Aarde cirkelt, verzamelde het instrument een stortvloed aan beelden, variërend van de planeten tot de verste clusters van sterrenstelsels ooit gezien. Na alle drama’s die NASA recent doormaakte, vooral rond de rode planeet Mars, vormt het Hubble-jubileum een welkom hoogtepunt. Medewerkers van het Space Telescope Science Institute en NASA en politici leveren juichende commentaren.
“Sinds Galileo in 1609 zijn dertigmaal vergrotende telescoop op de nachtelijke hemel richtte, is nimmer het zicht van de mens op het heelal in korte tijd zo drastisch veranderd door een enkel instrument, als nu door de Hubble ruimtetelescoop,” verklaart David Leckrone, Hubble-wetenschapper bij het NASA Goddard Space Flight Center. “De Hubble heeft verder gekeken en helderdere beelden opgeleverd dan enig andere zichtbaarlichtmicroscoop, en heeft de wetenschap van de astronomie revolutionair veranderd. Het heeft nu al een plaats verdiend als een van de wonderen van de moderne wereld.”
‘Als we iets buitenaards ontmoeten, dan is het een machine’
Oude sterren en pril leven – dat zijn de onderwerpen waar het hart van sterrenkundige Leen Decin harder van gaat kloppen.
Enige nuancering is op zijn plaats. We hoeven telescopen op het aardoppervlak zeker niet af schrijven. Elke telescoop heeft weer andere voor- en nadelen. Wat een telescoop waarneemt, hangt af van de straling waarvoor de detectoren gevoelig zijn, de positie van de telescoop en de grootte. De Hubble-ruimtetelescoop heeft ook nadelen, waarvan de enorm hoge kosten van de metingen niet de minste zijn.
Het 12.500 kilogram wegende instrument heeft in de afgelopen tien jaar 13.670 objecten bestudeerd, 271.000 waarnemingen gedaan en 3,5 terabyte aan gegevens naar de Aarde gestuurd. Uit die wetenschappelijke schat aan gegevens kunnen toekomstige generaties astronomen nog jaren plezier beleven. De waarnemingen van de Hubble leverden reeds meer dan 2500 wetenschappelijke artikelen op.
Het verliep niet allemaal zonder problemen. Drie keer moesten astronauten de ruimtetelescoop een grote beurt geven. Dat was niet louter aanpassen van de satelliet met de nieuwste technieken. Na de lancering vielen de eerste beelden tegen. De telescoop was een beetje kippig, door een minimale afwijking van de spiegel. Daarom togen al in 1993 enkele astronauten met het ruimteveer Endeavour naar het apparaat. Ze brachten tijdens de eerste onderhoudsbeurt instrumenten aan die de vorm van de 2,4-meter-spiegel veranderden, zodat de ruimtetelescoop daadwerkelijk scherpe beelden kon maken. In 1997 en 1999 volgden de tweede en de derde onderhoudsbeurt, beide uitgevoerd vanaf de Discovery.
De Hubble gaat nu zijn tweede en vermoedelijk laatste decennium in. Daarna moet zijn opvolger, de Next Generation Space Telescope, astronomen een nog betere kijk op het heelal geven.
Een speciale website biedt volop informatie over de jarige telescoop.